Stichting Ushersyndroom financiert doorstart ‘mini-genen’

Ushersyndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij kinderen doof of slechthorend geboren worden en naast nachtblindheid ook een progressief verlies van zicht ervaren. Uiteindelijk worden mensen met Ushersyndroom doof én blind. Ushersyndroom is de meest voorkomende vorm van erfelijke doofblindheid. Er is nog geen behandeling mogelijk om de achteruitgang in horen en zien stop te zetten, maar er is wel hoop.

Groot gen
Hoewel meer dan de helft van alle mensen met Ushersyndroom mutaties draagt in het USH2A gen, is dit gen geen doel in de huidige studies naar de ontwikkeling van gen-vervangingstherapie. Dit heeft te maken met de grootte van de eiwit-coderende sequentie van het USH2A gen (>15.000 basen!). Een DNA fragment van een dergelijke lengte past simpelweg niet in de huidige gebruikte gen-therapeutische vectoren (ongevaarlijke virussen die gebruikt worden om genetisch materiaal te verpakken en af te leveren op de plaats van bestemming).

Minigenen: de oplossing voor het probleem?
In het Minigenen project wordt het USH2A-gen kunstmatig verkleind door specifieke onderdelen van het gen te gebruiken en aan elkaar te plakken (= mini-gen). Hierdoor wordt het ineens wel mogelijk om deze minigenen in te brengen in de huidige vectoren voor toepassing van genetische therapie.
In dit project zal men het therapeutisch effect van verkorte USH2A-eiwitvarianten testen in het zebravis-model. Indien succesvol zal dit project kunnen leiden tot een pre-klinische behandelmethode voor USH2A-gerelateerde netvliesdegeneratie waarmee de achteruitgang van het zicht stopgezet zou kunnen worden (binnen 5 tot 10 jaar), hetgeen een enorm positieve impact zal hebben op de kwaliteit van leven van individuele patiënten. De behandeling kan toegepast worden op alle mensen met Ushersyndroom.

Stichting Ushersyndroom wil wetenschappelijk onderzoek financieren dat hoop biedt voor alle mensen met Ushersyndroom en wil met het bedrag van €35.000 een positieve impuls geven aan het onderzoek Minigenen. Het resterende bedrag is aangevuld door KNO Radboudumc waardoor er garantie is dat dit onderzoek in de eerste fase afgemaakt kan worden.

“Minigenen onderzoek; hoop voor alle mensen met Ushersyndroom”

Tijdrovend en specifiek
In het Radboudumc zijn onderzoekers ook bezig met andere onderzoeken die mogelijk een oplossing kunnen bieden voor kleinere groepen mensen met specifieke mutaties in het USH2A gen. Dit onderzoek, waarin de therapeutische potentie van exon-skipping getoetst wordt, is echter een zeer tijdrovend onderzoek omdat voor elke gemuteerd exon een specifieke behandeling ontwikkeld moet worden. Temeer omdat er meer dan 500 verschillende mutaties in het USH2A gen geïdentificeerd zijn die verspreid liggen over het gehele gen. Zelfs als de ontwikkelingen in het ‘exon-skipping’ onderzoek positief verlopen dan biedt deze methodiek voor een significant deel van de mensen met een mutatie in het USH2A gen nog altijd geen oplossing, omdat de opbouw van het gen en eiwit daar niet geschikt voor is.

Lees ook:
Minigenen USH2a: stand van zaken

De dag dat Sanne de diagnose Usher kreeg (4)

Rond mijn 20e begon ik in het donker slecht te zien. Ik dacht altijd dat het nachtblindheid was. Een vriend vroeg aan mij of ik Usher had. Hij had het namelijk ook. Dan zei ik altijd nee, ik ben nachtblind. Ik heb er nooit bij stil gestaan dat het anders zou zijn. Immers, mijn slechthorendheid en slechtziendheid kwam door zuurstofgebrek. Dat werd toen aan mijn ouders verteld. Toch vond ik het heel irritant om in het donker steeds slechter te zien en steeds meer afhankelijk te zijn van mensen. Ik ben heel graag onafhankelijk en om afhankelijk te zijn van mensen, dat was mijn worst case scenario.

Een bezoek aan de oogarts

Het werd dus, na jaren niet meer geweest te zijn, tijd voor een bezoek aan de oogarts, ook omdat ik gecontroleerd moest worden op glaucoom. Ik had gelukkig geen glaucoom, maar de oogarts twijfelde wel in combinatie met mijn slechthorendheid of het misschien Usher was en verwees mij door naar het Erasmus Ziekenhuis. Op basis van de uitslagen kon de oogarts nog niet vaststellen dat het Usher was, dus was een DNA-onderzoek nodig om met zekerheid vast te stellen of ik wel of geen Usher had. Op dinsdag 17 mei 2016 kreeg ik eindelijk de uitslag. Kort voordat ik met mijn vriend de spreekkamer binnenging, kreeg ik een naar voorgevoel en toen wist ik het. Ik heb Usher. En het voorgevoel werd bevestigd door de oogarts.

Heel veel vragen

Mijn wereld stortte in. Ik had even de tijd nodig om even de eerste klap te verwerken en dat kreeg ik van mijn werk gelukkig ook. Ik heb veel steun van mijn familie, vrienden en collegas gehad. Op zulke momenten weet je zeker op wie je kan bouwen. Ik zit nog wel met vragen zoals: hoe snel zal het gaan? Kan ik later nog wel mijn werk blijven doen? Moet ik hulpmiddelen aanschaffen? Hoe doen we het als we later kinderen hebben? Komt er tijdig een medicijn om het ziekteproces te vertragen of zelfs te stoppen?

Dit zijn vragen waar ik de komende tijd nog mee bezig zal houden en hopelijk antwoorden op kan vinden.

Sanne Osterkamp

De dag dat Rinne de diagnose Usher kreeg (3)

Ik zit achter de monitor te werken. Ik werk aan een bouwtekening voor een project in Leidsche Rijn in Utrecht. Ik loop stage bij een architectenbureau en het zijn de laatste maanden, voordat ik met mijn afstudeerproject begin en mijn studie HTS Bouwkunde kan afsluiten. Bijna is mijn droom verwezenlijkt. Architect worden! Na de studie ga ik werken bij een architectenbureau. De laatste loodjes dus.

Plots zie ik flikkeringen. Ik roep nog tegen mijn baas: Heee, de monitor is kapot”. Maar het is niet de monitor die flikkert. Nee, het is mijn oog dat flikkert. Wat is er aan de hand?

Onderzoekjes volgen. De ene na de andere diagnose wordt uitgesloten. Allemaal onschuldige diagnoses. Tja, wat is het dan? Is het iets ernstigers?

Ik krijg een onderzoek om de functie van het netvlies te onderzoeken. Een zwaar emotioneel belastend onderzoek. Een half uur lang in het donker in een kamer liggen met speciale lenzen op mijn ogen geplakt waaraan elektrodes zitten, die de activiteit van het netvlies kunnen meten. Een half uur duurt lang. Dan volgen er allemaal lichtflitsen. Gelukkig duurt dit maar kort.

Dan de diagnose: Je hebt Retinitis Pigmentosa. De arts zei: Het is een progressieve aandoening. We kunnen er niets aan doen en je wordt blind”.

Het nieuws sloeg in als een bom. Totaal onverwachts. Een donderslag bij kraakheldere hemel. Ik zag een beeld voor me van een oorlogsgebied waar zojuist een bom ontploft was. Zwartgeblakerde ingestorte gebouwen waar de zwarte rookpluimen van opstegen. Brokstukken die verspreid over het landschap lagen. Zo voelde ik me ook.

Alles wat ik had opgebouwd was in een klap weggevaagd. Mijn toekomstbeeld lag in duigen. Mijn droom om architect te worden was vervlogen. Mijn eigenwaarde, mijn zelfbeeld, mijn alles…… Alles was ik kwijt.

En dan óók nog slechthorend!

Ik ging een nieuw onderzoekstraject in. Uitzoeken of mijn slechthorendheid een verband heeft met mijn oogaandoening. Eerst dacht de arts aan het Syndroom van Alagille. Vanwege het feit, dat ik een uitgesproken brede kaaklijn heb en nog wat vage kenmerken had. Maar al vrij snel bleek dat ik niet het syndroom van Alagille had. Maar wat is het dan wel?

Het knaagde aan me, dat ik na een jaar nog steeds niet wist met welke aandoening ik gezegend was. Toen kwam het Ushersyndroom in beeld. De stamboom van de familie werd nageplozen, bloed werd opgestuurd voor DNA onderzoek, enzo nog wat onderzoekjes. Nu was het afwachten op de uitslag van het DNA onderzoek.

Na ruim een half jaar kwam de uitslag. Je hebt het Ushersyndroom type 2a. Ja, nu wist ik het eindelijk. Gek genoeg was het een soort van opluchting dat ik nu wist wat ik precies had en waarom ik slechthorend én slechtziend ben. Ik kan nu gaan bouwen aan een nieuwe toekomst, een nieuwe identiteit, nieuwe doelen, nieuwe dromen, Rinne 2.0

Rinne Oost

De dag dat Yannick de diagnose Usher kreeg (2)

De dag dat ik de diagnose Usher kreeg, dat was in maart 2012. Het moment staat nog duidelijk in mijn geheugen gegrift. Net gestopt met mn eerste half jaar studie en studentenleven, een 18-jarige student die midden in het leven staat en een sociaal druk leven heeft. Weer even bij mij ouders gaan wonen en hard werken om in september een nieuwe studie te beginnen.

Ik was pas 18 jaar

Dat was het moment om toch maar eens naar de oogarts toe te gaan. Ik liep in het donker tegen dingen aan en zag dingen toch minder goed in het donker. Usher was al snel de conclusie van de oogarts. Meteen geen auto meer rijden in het donker. En toen begon het: Wat gaat mij de komende 30 jaar overkomen, is de studie die ik doe nog wel de juiste, hoe gaat een partner Usher ooit accepteren en wanneer ga ik kinderen nemen? Zoveel plannen nog; in de tweede kamer werken, lobbyist worden en alle kansen pakken die op mijn pad komen.

Op dat moment was ik pas 18 jaar oud. Geen keuzes die je wil maken op je 18de…

Helpende hand

Nu ben ik 23 jaar en zie ik het allemaal iets beter in, nog steeds geen gouden toekomst maar het ziet er allemaal iets zonniger uit. Veel vrienden snappen waar ik moeite mee heb en proberen me te helpen waar mogelijk. Woon ondertussen samen met een super vriendin die Usher volledig heeft geaccepteerd en mee denkt. Qua carrière gaat het mij voor de wind, de tweede kamer ligt voor me en vooralsnog lopen mijn plannen zoals het moet. Wat me echter blijft achtervolgen is de noodzaak om keuzes te maken en vooruit te denken. Wanneer komen er kinderen, hoe lang kan ik blijven werken en hoe gaat het met mijn ogen en oren de komende jaren? Het donker is iets wat nog steeds moeilijk is en alleen maar slechter zal worden. Wat helpt zijn mensen die begrijpen wat je hebt en op zo een moment even een helpende hand kunnen bieden.

Yannick

De dag dat Machteld de diagnose Usher kreeg (1)

Worteltjes

Jij krijgt extra veel worteltjes, want je ziet zo slecht in het donker, zei mijn moeder altijd wanneer de gekookte wortelen op het menu stonden.

Mijn zus kreeg de opdracht om mij te helpen met fietsen wanneer wij samen terug kwamen van het uitgaan in ons vakantiedorp. Dan moesten we over een dijk fietsen zonder straat verlichting. Ze pakte dan mijn arm vast en zo fietsen we samen voorzichtig naar het vakantieverblijf.

Als er gehockeyd werd op het kunstgras met kunstverlichting aan omdat het schemerig werd, moest ik afhaken en plaats nemen in de dug out.

Die worteltjes werkten dus niet, want het slechte zien in het donker werd meer en meer. We kwamen op een punt, dat we maar eens een keer naar de oogarts moesten gaan. Toen we gingen bellen voor een afspraak, was er alleen nog plek op 30 december. De dag dat ik 17 jaar zou worden. Geen twijfel om dan niet de afspraak te plannen, want we vermoeden niet iets ernstigs.

De dag dat ik 17 jaar zou worden

Wat er tijdens die afspraak is gecontroleerd en hoe dat ging, dat kan ik mij niet meer zo goed herinneren. Als ik terug denk aan die middag, denk ik aan de conclusie van de oogarts: hij dacht aan het Ushersyndroom. Alle symptomen wezen daarop. Uiteraard moest door nader onderzoek nog definitief bevestigd worden, maar de woorden van: slechter zien, kegeltjes en staafjes sterven af, blindheid tot gevolg, onbekend op welk termijnvielen binnen als een mokerslag. Ik hapte naar lucht, werd apathisch, en dacht alleen maar: ik word blind, ik word blind…. Met uiteindelijk in de auto heel veel tranen als gevolg. Heel veel tranen. Maar ook ongeloof: hoe kan dit? Misschien is het wel een foute conclusie. Hij maakt vast een fout, het klopt niet.

Toch werd een paar weken later de diagnose definitief. In mijn prille 17 jarige bestaan kreeg ik zon onwerkelijke stempel, waarvan het mijn leven op alle fronten heeft gestuurd, veranderd, verrijkt en beinvloed.

Machteld Cossee