Behandeling Ushersyndroom: niet langer angstaanjagende zekerheid dat je doof en blind wordt
Patiënten met het Ushersyndroom hadden tot voor kort één zekerheid: dat ze vroeg of laat doof én blind zouden worden. Totdat ze de handen ineen sloegen en geld inzamelden voor onderzoek. Behandeling en zelfs genezing lijken niet meer onmogelijk. Na 40 jaar is er eindelijk zicht op een behandeling.
Ik ga dat meemaken. Hoe geweldig is dát!
Al haar hele leven hoort de Arnhemse Ivonne Bressers (54) dat er niets aan te doen is. Na de diagnose was de boodschap hard en onverbiddelijk: ze zal blind en doof worden. En moeten leren leven met de onvermijdelijke gevolgen van de ziekte waarmee ze geboren is: het syndroom van Usher.
Haar oren doen het sinds een paar jaar niet meer. Ze hoort alleen nog via zogeheten cochleaire implantaten. Haar ogen zien nog maar 9 procent van het beeld van 180 graden dat gezonde ogen zien. De papieren krant leest ze sinds kort niet meer. Alleen door het beeldscherm van computer of laptop te vergroten, kan ze nog teksten tot zich nemen. Nog een paar jaar, dan is ze blind.
Er gloort hoop
Dat laatste was een zekerheid tot 2015. Maar er gloort hoop. En meer dan dat. Bressers: ,,Na 40 jaar is er eindelijk zicht op een behandeling. Ik ga dat meemaken. Hoe geweldig is dát!”
Niet alleen Ivonne, ook de ongeveer duizend andere patiënten in Nederland zijn niet meer te houden. Een doorbraak staat op stapel, zo gonst het eveneens onder de 400.000 lotgenoten wereldwijd. Nota bene met dank aan een ziekenhuis van Nederlandse bodem: het Radboudumc.
Hier is een van de weinige Usher-onderzoeksinstituten ter wereld. Nijmeegse artsen en moleculair biologen gespecialiseerd in knutselen met genen hebben met succes de handen ineengeslagen. Bressers: ,,Komend voorjaar worden de jongste resultaten bekendgemaakt in een wetenschappelijke publicatie. Iedereen rekent op een keerpunt. Het is zó spannend.”
Patiënten bundelen hun krachten
Wat het extra bijzonder maakt: zo ver zou het nooit gekomen zijn als de Nederlandse Usher-patiënten hun krachten niet gebundeld hadden. Alsof het dragen van het Usher-gen op zichzelf al niet erg genoeg is, lijden ze namelijk nog aan een andere euvel. De ziekte is zo zeldzaam dat ze nooit voorrang kregen voor medisch onderzoek. Er was simpelweg geen geld voor.
,,Sinds 2014 zijn we zelf fondsen gaan werven”, legt Ivonne uit waarom dat veranderd is. ,,Opa’s en oma’s hebben overal in het land de Albert Heijns gesmeekt om de maandelijkse statiegeldpot. We hebben benefietwedstrijden georganiseerd. Met de Zevenheuvelenloop hebben we opgeroepen om Usher-onderzoek te sponsoren. Alleen dat al leverde 40.000 euro op.”
Ruim zeven ton
Zodat inmiddels de teller op 7 ton staat. Nog lang niet genoeg. ,,Maar we hebben nu al drie studies kunnen financieren. En de kans is groot dat de eerste succesvolle behandeling daar al bij zit.”
Een ‘simpele’ spuit in oog en oor moet uiteindelijk verlichting geven. Nou ja, wat is simpel? ,,Bij Usher niets. Het is een zeldzame ziekte, wat het al ingewikkeld maakt. Het is ook zoeken naar een speld in een hooiberg. De genetische foutjes die aan de ziekte ten grondslag liggen, zitten op duizenden verschillende plekjes op ons dna.”
Extreem groot gen
Het gen dat codeert voor het eiwit dat zorgt voor blindheid en doofheid, is ook nog eens extreem groot. Moleculair bioloog Erwin van Wijk van het Radboudumc legt uit waarom dat het vinden van een geneesmiddel nóg lastiger maakt. ,,Het defecte gen zal feitelijk vervangen moeten worden door een nieuwe, gezonde kopie. Een ander eiwit dat zich na inspuiten nestelt op de juiste plek. Daarvoor heb je een transportmiddel nodig, zeg maar een vrachtwagentje met laadbak. Omdat het betreffende gen zo immens groot is, past het zelfs niet in de allergrootst mogelijke laadbak die er bestaat.”
Toch is dat nu gelukt. ,,We hebben kunstmatig geselecteerde stukjes van het gen verwijderd zodat er een kleinere variant van het gen overblijft, een zogenaamd ‘mini-gen’. Alsof je in een kookboek alleen de recepten die je gebruikt overhoudt, de rest heb je eruit gescheurd. De grote uitdaging is om ervoor te zorgen dat dit verkleinde gen voldoende functioneel blijft.”
Tropisch zoetwatervisjes
Zekerheid of de missie slaagt, komt pas nadat er wetenschappelijk onderzoek is uitgevoerd met zebravissen. Het oog van dit tropische zoetwatervisje lijkt voor wat betreft opbouw en functioneren erg op dat van de mens. Zebravissen waarin de Usher-genen zijn uitgeschakeld zijn, net als Usher-patiënten, slechtziend.
Mochten de minigenen in staat zijn om het zicht van de zebravissen te verbeteren, dan betekent dit niet dat al meteen ook patiënten met het syndroom van Usher deze behandeling krijgen. Usher-arts Ronald Pennings van het Radboudumc: ,,Er zullen eerst nog allerlei aanvullende onderzoeken gedaan moeten worden om de veiligheid en effectiviteit van de behandeling aan te tonen. We kunnen en mogen niets aan het toeval overlaten.”
Mocht het zover komen, dan weet Bressers zeker dat ze zich als een van de eersten zal aanmelden. Veel te verliezen heeft ze niet. ,,Ik zie nog maar 9 procent. Ze testen altijd één oog met het echte middel. In het andere oog wordt een placebo ingespoten. Zo kun je het effect perfect meten. Mislukt het, dan zie ik altijd nog voor de helft van wat ik nu zie.”
Nog geen behandeling
Pennings is optimistisch over de slagingskansen, maar waarschuwt wel dat het nog een tijdje kan duren. ,,Ik schat dat het nog wel tot 2025 duurt voordat we een deel van de mensen met Ushersyndroom kunnen behandelen. Dan zal het doel ‘remmen’ of ‘stoppen van de achteruitgang’ zijn. Nog geen genezing.”
Bressers doet wat ze al haar hele leven doet: optimistisch blijven en geloven dat ze haar gezichtsvermogen nooit helemaal zal verliezen. Het doembeeld van volledige blindheid laat ze niet toe. ,,Ik wil niet wegzakken in angst daarvoor. Verlies heb ik altijd kunnen incasseren en omzetten in nieuwe mogelijkheden. Dat is me tot nu toe steeds gelukt en zal me over 10 jaar ook nog wel lukken.”
In de tussentijd krijgt ze vooral heel veel energie van haar inzet voor de stichting Ushersyndroom. ,,Mijn drive is dat er een behandeling komt. Dat geeft betekenis aan mijn leven. Het mooie is dat ik daarmee ook nog eens de kans vergroot dat ik genezing zelf nog ga meemaken.”
Bron: De Gelderlander
Tekst: Frank Hermans
foto: Richard Brusse