‘Usher en de eerste keer’ (3)
De eerste keer dat ik meer en meer besefte dat er met mij, in vergelijking met andere kinderen, iets niet klopte was ongeveer in 1996. Ik weet sinds jongs af aan niet beter dan dat ik zwaar slechthorend ben en sinds ongeveer mijn zesde jaar draag ik al een bril. Ook struikelde ik vroeger regelmatig over spullen en dan kreeg ik meestal te horen, “kijk uit je doppen”.
Het balletje is langzaam gaan rollen toen ik in 1996 met groep 8 op het welbekende kamp ging. Ik was ongeveer twaalf jaar oud. Ik vond het kamp erg leuk, spannend en heb er goede herinneringen aan. Desondanks was het niet louter positief. In mijn herinnering was dat ook de eerste keer waarop het begrip nachtblindheid voor mijn gevoel echt zichtbaar werd en een plaats kreeg. Dat was voor mij een belangrijk moment. Bij thuiskomst van het kamp zei ik dan ook direct dat ik nachtblind was. Ik vertelde over mijn negatieve ervaringen met het “nachtspel” wat eerst gespeeld werd in de schemering, waarna het uiteindelijk donker was. Ik struikelde toen over boomwortels, botste tegen bomen en dergelijke aan.
Ik heb geen idee meer waar ik het begrip “nachtblindheid” vandaan had, maar ik wist het helemaal zeker. Ik zag in het donker tenslotte niet goed. Natuurlijk zag ik eerder voor het schoolkamp ook al niet goed in het donker, maar dat moment tijdens het kamp was voor mij zo scherp in mijn herinnering dat het langzaam iets in beweging zette.
Een paar jaar later, toen ik op de mavo zat raakte mijn moeder in gesprek met een oogarts. Zij hoorde haar verhaal aan en vroeg mijn ouders om eens met mij langs te komen. Toen we langs kwamen was het de eerste keer dat bij mij een gezichtsveldonderzoek afgenomen werd. Mijn ouders schrokken best wel van de uitslag. Ze wisten eigenlijk wel al langer dat ik slechter dan gemiddeld zag, maar de realiteit onder ogen zien, dat is toch een stap verder. Dat was de eerste keer dat de oogarts de dubbele beperking Ushersyndroom noemde! Na op internet gekeken te hebben leek alles op zijn plaats te vallen. Korte tijd later is in mei 2000 in het Oogziekenhuis Rotterdam inderdaad definitief vastgesteld dat ik het Ushersyndroom heb. Pas later is ook vastgesteld dat ik type 2a heb.
Inmiddels zijn we alweer jaren verder en nog steeds is er een eerste keer voor veel dingen. Ook de eerste keer met een “blindenstok” lopen was gek, lastig en bijzonder. Maar alles krijgt steeds opnieuw een plekje en we blijven proberen om het leven positief te zien. Tot nu toe is mijn glas gelukkig meestal halfvol.
Tim de Reuver