De dag dat Yvonne de diagnose Usher kreeg (23)
In juni 1988 kreeg ik een onderzoek in het ziekenhuis in Rotterdam. Ik was net 21 geworden en in die tijd was ik mij zelf niet zo bewust van de achteruitgang van mijn ogen. Ik was al nachtblind sinds mijn 8e en ik merkte wel dat ik tegen stoeprandjes en paaltjes aanliep, maar ik dacht dat dit gewoon bij mij hoorde. Ik ging veel uit met vriendinnen en ik genoot ervan.
Na het onderzoek hoorde ik niets, dus ik dacht dat er niets aan de hand was.
Maar toen ik daarna 2x met mijn fiets in de sloot belandde, op weg naar onze uitgaansgelegenheid, kreeg ik in de gaten dat er toch iets niet klopte. En zo gebeurde er steeds weer wat: 3x een kleine aanrijding met de auto, op mijn werk liep ik tegen collega’s aan.
In 1989 hebben mijn ouders het mij verteld. Zij wisten het al sinds het onderzoek in Rotterdam, maar gunden mij nog een onbezorgde tijd. Totdat ik dacht: nu gaat het echt niet goed met mij.
Ik had een vragenlijst gemaakt voor de oogarts in Alkmaar. Voor mij waren het belangrijke vragen, maar de arts raffelde het af met: ‘Ja… ja… nee… ja… nee…’ En daar kon ik het mee doen.
Met dezelfde vragenlijst ging ik naar mijn vader. Vol begrip en emotie beantwoordde hij ze.
En toen wist ik ook de uitslag van het jaar daarvoor in Rotterdam. En vielen alle puzzelstukjes op zijn plek.
Het ging niet goed met mij, ik moest stoppen met mijn werk als banketbakker en ik ben een jaar lang depressief geweest. Mijn werk in de keuken van een verzorgingshuis heb ik nog wel kunnen doen tot 1995, maar ik liep op mijn tenen. Ik kwam elke dag thuis met hoofdpijn.
Op dit moment zie ik door een koker van 8 graden. Mijn rechteroog ziet alleen schimmen en met mijn linkeroog zie ik nog ongeveer 20 % scherpte. Mijn gehoorverlies is ook fors, van -120 decibel links tot niet meer meetbaar in mijn rechteroor.
Doordat ik niet meer kan liplezen, denk ik steeds vaker aan een cochleair implantaat.
Gelukkig ben ik positief ingesteld, dus ik kom er elke keer weer bovenop, maar het blijft toch steeds weer een rouwproces als het weer minder is geworden.
Net als de andere ‘Ushers’ hoop ik dat de techniek ooit zover komt, dat we weer alles kunnen zien en horen!
Yvonne Oostermeijer