INNOVATIES

In de ogen van mensen met het Ushersyndroom sterven langzaam de fotoreceptoren, de staafjes en kegeltjes, af. Voor mensen die een vergevorderd stadium hebben en weinig fotoreceptoren hebben, zijn er ook innovatieve oplossingen zoals een visuele implantaat en een kunstmatig retina.

Er zijn verschillende soorten implantaten in ontwikkeling die op een kunstmatige manier het gezichtsvermogen proberen te herstellen. De verschillende implantaten bevinden zich elk op een andere plek in het visueel systeem. Dit visueel systeem loopt van het oog tot de hersenen. Wereldwijd lopen er in verschillende klinieken studies met proefpersonen. De doelgroep voor deze toepassing betreft in het algemeen patiënten in een vergevorderd stadium van retinitis pigmentosa. 

RECHTSTREEKS OP DE HERSENEN (CORTICAAL)

Diverse groepen in de wereld proberen implantaten te maken die rechtstreeks worden verbonden met het gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het zien (visuele cortex). Hierdoor sla je als het ware het oog en de oogzenuw over. Al in 1967 (Brindley en Lewin) en in 1976 (Dobelle) werden de eerste corticale implantaten geïmplanteerd in volledig blinde mensen, echter het succes was maar van korte duur. Afgelopen jaren wordt er weer volop onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een hersenimplantaat. Op dit moment betreft het echter alleen nog onderzoek in het lab en in proefdieren. In Nederland is de NESTOR groep hiermee bezig.

OP HET NETVLIES (EPIRETINAAL)

De epiretinale implantaten werken middels een bril met een camera die beelden doorstuurt naar de oogzenuw die verbonden is met de hersenen. Net als met een cochleair implantaat wordt eerst een elektrode geïmplanteerd in het netvlies van het oog. De bril wordt op de elektrode aangesloten. Voorbeelden zijn SSMP’s Argus II en Pixium Vision’s Iris.

IN OF ONDER HET NETVLIES (SUBRETINAAL)

Bij supretinale implantaten wordt er een chip in het netvlies gebracht. Deze chip wordt voorzien van stroom middels een kastje achter het oor. Voor subretinale implantaten is niet altijd een speciale bril nodig. Beelden die via het oog binnenkomen worden door de chip omgezet in elektrische signalen. Deze signalen gaan via de oogzenuw naar de hersenen. Een voorbeeld hiervan is de Retina Implant Alpha AMS/IMS. Het bedrijf Retina Implant is echter failliet, waardoor dit implantaat voorlopig niet meer aangeboden wordt.

Vergelijkbare implantaten worden ontwikkeld door de universiteit van Californië in San Diego, USA. Zij gebruiken een rooster van nanodraadjes. Dit is echter nog onderzoek op diermodellen.

KUNSTMATIGE RETINA (OPTOGENETICA)

Een andere therapeutische benadering om het gezichtsvermogen te herstellen is de optogenetische retina. Deze therapie is bedoeld voor patiënten die geen fotoreceptoren meer hebben..
Het idee van optogenetica is niet om de fotoreceptoren te herstellen, maar om andere cellen in het oog die niet door de ziekte zijn aangetast te transformeren en fotogevoelig te maken. Het gaat hierbij om andere cellen (dus géén fotoreceptoren) die verbonden zijn met de oogzenuw). Deze cellen worden eenmalig behandeld met een injectie met gentherapie zodat ze gevoelig worden voor infraroodlicht. Getransformeerde cellen worden niet door natuurlijk licht actief.
Met een speciale bril worden beelden van een camera omgezet in een infrarood beeld. Dit infrarood licht wordt gestuurd naar de getransformeerde (optogenetische) cellen. Deze cellen sturen een biologisch signaal door naar de oogzenuw. 

Een visueel implantaat zoals hierboven beschreven zet beelden om in pixels die via elektronische signalen verstuurd worden. Optogenetica is een ontwikkeling die lijkt op een retina implantaat, maar omdat ingegrepen wordt op cellulair niveau, levert dit hopelijk een beter verfijnd visueel beeld.
Momenteel is dit onderzoek nog in een vroeg innovatief stadium met diermodellen.
Daarnaast proberen wiskundige onderzoekers de specifieke camera’s voor optogenetische retina verder door te ontwikkelen voor een nog precieze codering van ruimtelijk zien en het creëren van een beeld met beter contrast.