NACHTBLINDHEID
Nachtblindheid houdt in:
- dat je ‘s nachts alleen verlichting ziet;
- de ogen bij het betreden van een donkere ruimte slechts langzaam aan het zwakkere licht wennen;
- dat je om te kunnen lezen de juiste lichtintensiteit nodig hebt;
- je ogen zich telkens bij een overgang van licht naar donker (en zon en schaduw) moeizaam aanpassen aan de veranderde lichtintensiteit. Dit geldt ook andersom van donker naar een lichte ruimte;
- dat je ‘als een mot’ op licht wil afstappen, maar de tussenliggende obstakels niet ziet.
Lees artikel:
Zie je geen steek in het donker? Dit is wat er gebeurt in je ogen als je nachtblind bent.
KOKERVISUS
Langzaam verkleint het gezichtsveld tot een kokervisus. Het is alsof je de wereld door een steeds dunner wordend rietje ziet. Alles daarbuiten valt weg en dat is niet zwart, wit of onscherp. Het is er niet, net zoals een goedziende ook niets ziet buiten zijn gezichtsveld. Beperkt gezichtsveld (of kokervisus) houdt in dat:
- je van de omgeving slechts een gedeelte ziet;
- door met je hoofd te draaien en je ogen te bewegen een totaalbeeld kunt samenstellen;
- dat je soms afstand moet nemen om een ‘totaalbeeld’ te krijgen;
- dat je langzaam leest, omdat je slechts weinig letters tegelijkertijd kunt zien;
- je de uitgestoken hand of het glas op tafel niet ziet;
- dat je struikelt over obstakels die buiten je koker vallen;
- je ‘met gemak’ een lieveheersbeestje ziet, maar bovenop een dikke eik knalt;
- dat je het overzicht mist van de ruimte;
- je soms moeilijk mensen herkent;
VERBLINDING
Verblinding houdt in:
- dat je bij veel licht slechts contouren kunt zien;
- je heel vaak een zonnebril of een pet/hoed draagt;
- dat je teksten op glanzend papier of met weinig contrast moeilijk of niet kunt lezen;
- je liever met je rug naar het raam zit vanwege het hinderlijke tegenlicht;