Leven op z’n KOP
Stel je voor: je bent kerngezond maar ineens zet een heftige diagnose je leven op zijn kop. Ga je bij de pakken neerzitten of maak je er het beste van? Lisette Boddendijk (52) koos voor het laatste. ‘Ik ben liever bezig met het leiden van mijn leven dan met het ziek zijn.’
Lisette is moeder van twee dochters (15 en 12), is getrouwd en heeft het Syndroom van Usher: een zeldzame, erfelijke aandoening waarbij je langzaam doof én blind wordt. Naar schatting hebben zo’n 1000 mensen in Nederland deze aandoening.
“Toen ik geboren werd, was ik al slechthorend. Op mijn derde had ik mijn eerste gehoorapparaatjes. Zo rond mijn twintigste kreeg ik last van nachtblindheid; in het donker ging ik steeds slechter zien. Maar daar kon ik toen nog prima mee leven. Ik deed een opleiding aan de laboratoriumschool en genoot van het studentenleven, ging aan het werk, woonde op mezelf en maakte verre reizen. Tijdens een van de laatste reizen, een kampeerrondreis in Afrika, kwam ik mezelf steeds meer tegen. We gingen in een open veld sterrenkijken en iedereen had het over sterrenbeelden die ze zagen, maar ik zag slechts enkele sterretjes. Ik weet dat aan nachtblindheid, een collega had dit ook.
In 2007 en 2010 kwamen mijn dochters en werd ik steeds vermoeider. Maar ja, wie is er niet moe met twee jonge kinderen? Ook had ik steeds vaker ongelukjes. Dan gooide ik weer een wijnglas om, liep ik ergens tegenaan of viel ik over iets op de grond. Uiteindelijk kwam ik 5 jaar geleden bij de optometrist terecht en die constateerde bij mij staar. In het oogziekenhuis waar we daarna heen gingen, zagen ze nog meer afwijkingen en na een genonderzoek bleek dat ik het Syndroom van Usher heb. Ook kwam eruit dat ik kokerzicht heb; ik zie door een soort tunnel slechts 20 graden. Dat vond ik zo bizar: hoe kan mijn zicht van 180 graden naar 20 zijn gegaan, zonder dat ik iets heb gemerkt?
‘Mooie herinneringen probeer ik bewust op te slaan, voordat ik straks blind en doof ben’
Ze legden me uit dat ik langzaam helemaal doof en blind zou worden. Dat was natuurlijk een enorme schok. Die eerste maand voelde ik me uit het veld geslagen, mijn zorgeloze leven was in één klap voorbij. Maar daarna bedacht ik: ik kan me niet me hele leven zo voelen. Ik weet niet hoe snel het achteruit gaat – iedereen met Usher wordt op een ander moment doof en blind, daar heb ik geen houvast aan. Ik kan maar beter gaan genieten en leven in het nu. Ik probeer de mooie dingen die ik nu zie, in mijn hoofd op te slaan als herinneringen. Natuurlijk kan ik in huilen uitbarsten als ik denk dat ik mijn dochters misschien nooit in een bruidsjurk zal zien en eventuele kleinkinderen ook nooit zal zien, maar ik heb niets aan dat soort gedachten. Mijn gehoor is ook al verder achteruitgegaan. Een half jaar geleden heb ik een cochleair implantaat gekregen. Na de operatie moet je anderhalf jaar lang in revalidatie om opnieuw te leren horen. Het geluid klinkt nu nog heel mechanisch, maar in combinatie met mijn gehoortoestel aan de andere kant hoor ik nu meer dan voor de operatie. Verder heb ik een herkenningsstok die gebruik ik in drukke ruimtes, zodat mensen zien dat ik slechtziend ben. En ik draag buiten altijd een petje en een zonnebril. Fel licht is verblindend geworden. Voorlopig is er nog geen remedie of therapie tegen deze aandoening, maar Stichting Ushersyndroom haalt geld op voor wetenschappelijk onderzoek en financiert deze onderzoeken ook. Dit doen ze door allerlei acties, waar ik zelf ook al eens aan meedeed. Bijvoorbeeld de Dam tot Damloop en de Zandvoort Circuit Run. Natuurlijk heb ik een stukje onafhankelijkheid moeten inleveren, maar ik zit niet bij de pakken neer. Ik fiets, wandel en zwem heel graag. We willen deze winter een reis maken om het noorderlicht te zien. Dat moet een beetje snel, want wie weet zie ik dan wel niets meer.
Ik ben vlak na de diagnose afgekeurd. Dat vond ik erg lastig, want ik kon heus nog wel wat. Aan de andere kant geeft het ook rust: ik kan me nu focussen op de dingen die belangrijk zijn en rust nemen waar nodig. Want ja, niet goed zien en horen is heel vermoeiend. En toch geniet ik kan van iedere dag, vooral van de kleine dingen.”
Bron: JAN Magazine Oktober 2022
Auteur: Selie Koster
Foto: © privé