Nieuw type Ushersyndroom ontdekt: USH IV
Het team van het Expertisecentrum Erfelijke slechthorendheid van het Radboudumc heeft onlangs een nieuwe ontdekking gedaan: Ushersyndroom kent vier verschillende klinische types. Recentelijk hebben de onderzoekers, met Hedwig Velde als eerste auteur, hun onderzoek en bevindingen gepubliceerd in het toonaangevende Human Genetics. Met de identificatie van foutjes (mutaties) in het ARSG-gen en het beschrijven van een nieuw klinisch beeld bevestigen zij de ontdekking van een vierde type Ushersyndroom.
Dit is een enorm belangrijke ontdekking die meer duidelijkheid geeft aan een aantal patiënten met atypische Usher-klachten zonder genetische diagnose. Naar aanleiding van de identificatie van ARSG als Usher-gen zijn er inmiddels -wereldwijd- vijftien mensen die alsnog een diagnose hebben gekregen, nu blijkt dat zij allemaal mutaties in het ARSG-gen hebben. Omdat is aangetoond dat deze patiënten een gemeenschappelijk klachtenpatroon hebben, is dit niet langer een atypisch beeld, maar behoort het tot een nieuw klinisch type.
Een patiënt met een atypisch ziektebeeld
Heel soms komt het voor dat er een patiënt op de polikliniek verschijnt met klachten die horen bij het beeld van Ushersyndroom (gehoorverlies in combinatie met Retinitis Pigmentosa), maar waarbij het beeld wel afwijkt van de bekende Usher typen, dit wordt een atypisch ziektebeeld genoemd. In sommige gevallen wordt ook geen genetische oorzaak gevonden in de tot nu toe bekende Usher-genen wat erin resulteert dat deze patiënten helaas zonder diagnose (en duidelijkheid) weer naar huis gaan.
Hedwig Velde is promovendus en doet onderzoek naar Erfelijke slechthorendheid in het Radboudumc. Haar onderzoek betreft patiënten met gehoorverlies maar zonder genetische diagnose en zij bevestigde met haar onderzoeksteam een nieuw type Ushersyndroom dat wordt veroorzaakt door foutjes in het ARSG-gen.
In een publicatie uit 2018 van een groep wetenschappers in Israël was sprake van de ontdekking van het ARSG-gen met Arylsulfatase G als mogelijk betrokken eiwit bij het Ushersyndroom. De onderzoekers uit Israël beschreven vijf personen uit drie families met allemaal hetzelfde foutje in het ARSG-gen. Door zo’n publicatie worden andere onderzoekers op een spoor gezet. Voor wetenschappers helpt het enorm als je het DNA kunt onderzoeken wanneer er binnen één familie meerdere mensen zijn met hetzelfde ziektebeeld. Hedwig Velde: “De kans is dan groot dat bij iedere patiënt binnen de familie sprake is van dezelfde genetische oorzaak. Wanneer je buiten de familie die je onderzocht hebt nog een patiënt tegenkomt met hetzelfde atypische ziektebeeld en een foutje in hetzelfde gen, kun je daarmee de relatie tussen het gen en het ziektebeeld bevestigen. De kans dat je deze patiënt tegenkomt is natuurlijk heel erg klein. Ushersyndroom is ontzettend zeldzaam.”
Totdat het landelijk Expertisecentrum in het Radboudumc een patiënt zag met dit atypische ziektebeeld van het Ushersyndroom en Hedwig Velde en andere onderzoekers in het Radboudumc verder gingen met het onderzoek waarmee het Israëlische team in 2018 begonnen was.
Nieuw type is nu bevestigd
Met de publicatie van Hedwig Velde e.a. hebben de onderzoekers dit nieuwe type bevestigd. De onderzoekers zien foutjes in hetzelfde gen (het ARSG-gen) dat codeert voor het eiwit Arylsulfatase G. Dit eiwit is betrokken bij de afbraak van een ander eiwit en de gedachte is dat dysfunctie van Arylsulfatase G leidt tot een schadelijke ophoping van het eiwit dat het af hoort te breken. Het onderzoeksteam heeft met hun studie ook aangetoond dat de foutjes die gevonden zijn daadwerkelijk leiden tot een niet functioneel eiwit.
Het klinisch beeld van dit type past niet binnen de nu al bekende Usher types I, II of III. Naast een latere beginleeftijd van zowel het gehoorverlies als de retinitis pigmentosa, zijn de oogheelkundige afwijkingen meer centraal gelegen. Dat betekent dat de visusproblemen bij deze patiënten meer in het centrale deel van het gezichtsveld optreden in tegenstelling tot de andere Usher types waarbij problemen juist in het buitenste deel van het gezichtsveld (de periferie) optreden. Omdat sprake is van een consistent klinisch beeld bij alle USH IV patiënten, zijn onderzoekers van het Radboudumc dan ook van mening dat er geen sprake is van atypische Usher, maar een nieuw klinisch type: Ushersyndroom type 4.
Hedwig: “Door deze bevindingen te publiceren hoop je als onderzoeker de discussie op gang te brengen in de wereld van de wetenschap. Verschillende onderzoeken kunnen samen zorgen voor de bevestiging dat bevindingen kloppen, of in sommige gevallen bevindingen ontkrachten. In het geval van USH IV is het de opstapeling van bewijs door meerdere publicaties die maakt dat wij dit klinische type nu daadwerkelijk als een nieuw Usher type bevestigen”.
Wereldwijd zijn er momenteel dus inmiddels meerdere patiënten gediagnosticeerd met dit type Ushersyndroom en met foutjes in hetzelfde ARSG-gen. Eerder behoorden deze patiënten tot de groep ‘diagnose onbekend’ met atypisch Usher-beeld.
Het beloop van Ushersyndroom type IV
Zowel het gehoorverlies als de klachten van Retinitis Pigmentosa ontstaan bij USH IV op latere leeftijd. Patiënten kregen tussen 40 en 60-jarige leeftijd last van klachten van Retinitis Pigmentosa en tussen 20 en 40-jarige leeftijd van slechthorendheid. Aan de hand van de audiogrammen van USH IV patiënten, heeft het onderzoeksteam kunnen berekenen dat het gehoorverlies ontstaat rond het 17e levensjaarjaar. Dat is iets eerder dan de leeftijd die patiënten zelf rapporteren wat mogelijk kan worden verklaard doordat patiënten hun gehoorverlies zelf iets later opmerken.
Het beloop en de progressiviteit zijn niet per se milder dan de andere Usher types. “We hebben nog weinig inzicht in het beloop bij USH IV, omdat pas vijftien patiënten beschreven zijn en we onze bevindingen dus moeten baseren op deze kleine groep.
Wel of geen genetisch onderzoek?
Met deze ontdekking hebben de onderzoekers van het Radboudumc weer een stukje van de “Usher-puzzel” weten te ontrafelen. Het zorgt ervoor dat een deel van de patiënten met een onbekende diagnose eindelijk duidelijkheid krijgt, wat ontzettend fijn is voor deze groep patiënten.
Helaas zijn er nog steeds mensen bij wie het beeld van Usher niet met een diagnose bevestigd kan worden. Genetisch onderzoek blijft daarom belangrijk!
De artsen geven aan dat het natuurlijk de keuze van de patiënt zelf blijft. De ene patiënt hecht waarde aan de bevestiging middels genetisch onderzoek, de andere niet.
Hedwig: “Er zijn verschillende redenen om wel of geen genetisch onderzoek te willen laten verrichten. Een voordeel van een genetische diagnose is dat daarmee het beloop van een aandoening beter te voorspellen is en dat de patiënt zich op die manier misschien beter kan aanpassen. Stel je bent op jonge leeftijd slechthorend; de kans dat je ook slechtziend wordt is klein. Maar wanneer je weet dat je wél ook slechtziend zal worden, dan kun je beter inzetten op zorg die je in een vroeg én in een later stadium helpt. Het leren van gebarentaal is dan bijvoorbeeld geen langdurige oplossing voor het gehoorverlies, maar goede hoor-hulpmiddelen kunnen hier wel aan bijdragen. Genetisch onderzoek brengt ook de wetenschap verder. Doordat bijvoorbeeld binnen wetenschappelijk onderzoek DNA van verschillende patiënten kan worden vergeleken, kunnen nieuwe genetische oorzaken worden ontdekt. Daarnaast biedt het de mogelijkheid de relatie tussen een foutje in een gen en de bijbehorende klachten zorgvuldig in kaart te brengen, dat zorgt ervoor dat toekomstige patiënten beter over hun diagnose geïnformeerd kunnen worden. Ten slotte is het ook voor eventuele toekomstige genetische behandelingen belangrijk om te weten wat de precieze onderliggende afwijkingen in het DNA zijn.”
Ushersyndroom: 4 types en 11 betrokken genen
In 2022 worden type IV en het ARSG-gen toegevoegd aan de lijst van Usher types en genen die betrokken zijn bij het ontstaan van Ushersyndroom. Op dit moment kent Ushersyndroom dus 4 types met 11 verschillende betrokken genen. Voor al deze genen is het wetenschappelijk bewijs geleverd dat foutjes (mutaties) in deze genen leiden tot Ushersyndroom.
Op het Kennisportaal van Stichting Ushersyndroom is een compleet overzicht te vinden van de genen met de “betrokken eiwit”-namen.
Overzicht Usher-genen
De publicatie van het artikel van Hedwig Velde e.a. in Human Genetics kun je hier lezen.