Tag Archief van: onderzoek

Wie ruimt ‘de troep’ van de kegeltjes op? 

READ ARTICLE IN ENGLISH

Nieuw onderzoek naar de oorzaak van blindheid door Ushersyndroom

Een onderzoeksteam  onder leiding van Dr. Ronald Roepman (www.roepmanlab.com) gaat in het Radboudumc onderzoek doen naar de onderliggende oorzaak van het zichtverlies door Ushersyndroom. In dit onderzoek “Harnessing autophagy to combat macular degeneration” willen zij meer duidelijkheid krijgen over de sterfte van de kegelcellen in het netvlies.  In een gezond oog worden afvalstoffen in het netvlies ‘opgeruimd’ maar bij netvliesziekten zoals Ushersyndroom gebeurt dat niet voldoende. De kegeltjes sterven uiteindelijk doordat afval zich in schadelijke hoeveelheden ophoopt in deze cellen. Dankzij de inspanningen van de wandelaars van ‘Nederland wandelt voor Usher’, kan Stichting Ushersyndroom dit belangrijke onderzoek voor een groot deel financieren. 

Cruciale ontdekking
Erfelijke blindheid is een ingrijpende aandoening die het leven van vele patiënten ernstig beïnvloedt. Onderzoekers zijn al geruime tijd op zoek naar effectieve behandelingen, maar de vraag waarom de afvalstoffen in het netvlies bij erfelijke netvliesziekten, niet worden opgeruimd, is tot nu toe nog onbekend. Dr. Ronald Roepman, die samenwerkt in dit veelbelovende project met Dr. Erik de Vrieze en dr. Erwin van Wyk, heeft recentelijk een cruciale ontdekking gedaan die mogelijk een antwoord zou kunnen geven op deze vraag. Dit kan een belangrijke stap zijn in de richting van een oplossing. Dr. Ronald Roepman: “Als je weet waarom de kegeltjes het afval niet opruimen, dan kun je ze misschien helpen met opruimen door bijvoorbeeld een medicijn”.

Autofagie
Het onderzoek concentreert zich op het begrijpen van het mechanisme van ‘autofagie’ in kegelcellen. Autofagie is een biologisch proces waarbij bepaalde onderdelen van een
cel -zoals beschadigde eiwitten of lichaamsvreemde deeltjes- afgebroken worden. Recente onderzoeksdata wijzen in de richting dat ontregeling van dit proces een belangrijke oorzaak is van kegelsterfte, wat leidt tot de progressieve vermindering van het gezichtsvermogen bij deze erfelijke netvliesaandoeningen.

Sterfte door eigen afval
Een Usher-gen bevat de instructies voor de productie van een eiwit om de lichtgevoelige cellen in het netvlies – de staafjes en de kegeltjes – gezond te houden. Fouten in dit gen kunnen leiden tot het slecht functioneren van het eiwit en daarmee ook de processen verstoren. De kegeltjes produceren aanzienlijke hoeveelheden afvalstoffen, die normaal gesproken door het proces van autofagie opgeruimd worden. Als de Usher eiwitten niet aanwezig zijn of niet goed functioneren dan kunnen de kegeltjes zich niet ontdoen van hun afvalstoffen en komen als het ware om in hun eigen ‘troep’. De onderzoekers willen achterhalen op welke manier de genetische afwijking verantwoordelijk is voor de slecht functionerende autofagie.

Zebravisjes en netvliesorganoïden
Het onderzoeksteam maakt gebruik van zebravisjes als modelorganisme in het laboratorium, vanwege de opvallende gelijkenissen van hun ogen met die van mensen. Met behulp van de zebravissen zullen de gezonde kegelcellen en kegelcellen met verstoorde autofagie, met elkaar vergeleken worden.

Daarnaast zal het onderzoeksteam netvliesorganoïden gebruiken, kleine netvliesjes die in het laboratorium zijn gekweekt met cellen van zowel patiënten met Ushersyndroom als van mensen met gezonde ogen. Deze organoïden bieden een waardevol platform om het mechanisme van autofagie in gezonde en zieke cellen te bestuderen.

Hoop op vinden veilige en effectieve behandeling
Wanneer het mechanisme van autofagie in kaart is gebracht, zal het onderzoeksteam op zoek gaan naar stoffen die het proces van autofagie kunnen stimuleren waardoor er minder of geen kegelsterfte meer plaatsvindt. Met behulp van een databank met duizenden stoffen, waarvan bekend is dat ze eiwitten stimuleren of remmen, hopen ze een veilige en effectieve behandeling te vinden.

Ook voor andere erfelijke netvliesziekten
Dit veelbelovende onderzoek zal niet alleen bijdragen aan gedetailleerde kennis over autofagie en kegelsterfte, maar ook mogelijkheden bieden voor verdere ontwikkeling van behandelingen. Als de uitkomsten van dit onderzoek succesvol blijkt, kan dit project de achteruitgang van het zicht afremmen en een aanzienlijke impact hebben op de kwaliteit van leven van patiënten met Ushersyndroom. Dr. Roepman: “Het zal dan niet alleen een oplossing kunnen bieden voor Ushersyndroom maar ook voor patiënten met Retinitis Pigmentosa (RP), Macula Degeneratie (MD) en alle andere vormen van erfelijke netvliesziekten.”

Het huidige project heeft een looptijd van drie jaar. Stichting Ushersyndroom speelt een belangrijke rol bij het onderzoek door een groot deel van het benodigde budget te financieren. Wij financieren dit onderzoek niet alleen. Dankzij LSBS (Landelijke Stichting voor Blinden en Slechtzienden) en de donateurs van het Oogfonds zijn zij medefinanciers voor dit project en leveren daarmee ook een waardevolle financiële bijdrage om dit veelbelovende onderzoek mogelijk te maken.

De cheque werd overhandigd tijdens de feestelijke dag in het Spoorwegmuseum in Utrecht op de Global Usher Awareness Day 2023. 

Jij kunt ons steunen door middel van een donatie. Daarmee kan Stichting Ushersyndroom wetenschappelijk onderzoek financieren. Onderzoek dat moet leiden tot een behandeling van Ushersyndroom zodat doof én blind worden stopt!

IK DONEER

Elke donatie is waardevol en brengt oplossingen voor Ushersyndroom dichterbij.

Over de landsgrenzen doneren aan Stichting Ushersyndroom

Nu ook mogelijk – met belastingaftrek –

voor onze buren in België!

 

Stichting Ushersyndroom is goedgekeurd en ingeschreven bij het Transnational Giving Europe netwerk (vanaf juni 2023). Transnational Giving Europe  (TGE) biedt een veilig en fiscaal effectief kader voor donaties over de landsgrenzen voor mensen die woonachtig zijn in België.

Een donatie over de grens
Transnational Giving Europe netwerk  stelt donoren, zowel bedrijven als individuen, woonachtig in België, in staat om non-profitorganisaties zoals Stichting Ushersyndroom in Nederland financieel te ondersteunen, terwijl ze rechtstreeks profiteren van de belastingvoordelen waarin de wetgeving van België voorziet.

Particulieren of bedrijven die gevestigd zijn in België, kunnen doneren via de bankrekening van de Koning Boudewijnstichting (KBS). De Koning Boudewijnstichting beheren het TGE netwerk.

Rekeninghouder:          Koning Boudewijnstichting,
Brederodestraat 21 – 1000 Brussel
Bank:                                bpost bank
Adres bank:                     Koloniënstraat (P28) – 1000 Brussel
Rekeningnummer:       000-0000004-04
IBAN:                                BE10 0000 0000 0404
BIC:                                   BPOTBEB1

Met als mededeling:  TGE – NL – Ushersyndroom

Van de gift zal een bijdrage van 5% administratiekosten worden afgehouden.
Het fiscale attest stuurt de Koning Boudewijnstichting, in februari van het volgende jaar, naar de schenker.

Over TGE
Filantropie is nog steeds niet fiscaal efficiënt in Europa! 
  Nu concepten als vrijhandel en vrij verkeer nu algemeen aanvaard zijn, kunnen we nog steeds niet spreken over vrije filantropie over de landsgrenzen in Europa: belastingefficiënt geven over alle nationale grenzen heen.

Filantropie over de grenzen.
Steeds meer Europese burgers zijn bereid over de landsgrenzen giften en donaties te doen om internationale goede doelen en buitenlandse liefdadigheidsinstellingen te helpen en te ondersteunen. Helaas verlenen de meeste Europese landen geen aftrekbaarheid van de inkomstenbelasting aan donateurs die een buitenlandse begunstigde in een andere lidstaat willen steunen. Deze ongelijke behandeling van nationale en over de landsgrenzen filantropie schendt de fundamentele vrijheden die worden gegarandeerd door de verdragen van de Europese Unie.

Transnational Giving Europe
Omdat het enige tijd kan duren voordat nationale en Europese oplossingen effectief zijn, biedt het particuliere initiatief Transnational Giving Europe netwerk een efficiënte oplossing en een goed alternatief voor de komende jaren. Op Europees niveau is TGE de enige praktische en veilige oplossing voor belastingeffectieve donaties en schenkingen over de landsgrenzen.

 

Wil je meer lezen over het Transnational Giving Europe netwerk? Kijk dan op de website van TGE

Jij kunt ons steunen door middel van een donatie. Daarmee kan Stichting Ushersyndroom wetenschappelijk onderzoek financieren. Onderzoek dat moet leiden tot een behandeling van Ushersyndroom zodat doof én blind worden stopt!
Elke donatie is waardevol en brengt oplossingen voor Ushersyndroom dichterbij.

Wil je weten welke onderzoeken wij al financieel hebben ondersteund?

LOPENDE ONDERZOEK

 

Het allereerste adgrv1-zebravismodel is gepresenteerd!

READ ARTICLE IN ENGLISH


Onlangs is een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Cells over het wetenschappelijk onderzoek naar USH2C. Merel Stemerdink en haar collega’s in het Radboudumc hebben een zebravismodel ontwikkeld met een gendefect in adgrv1 (het USH2C-gen).

Merel Stemerdink (rechts) heeft de mini-gen producten ontwikkeld en laat ze zien aan Ivonne Bressers (Stichting Ushersyndroom). Ivonne (links) kijkt naar de PCR-strip in haar hand.

Dit is voor de onderzoekers een belangrijke stap omdat dit het allereerste diermodel is voor ADGRV1-gerelateerde retinadysfunctie, en daarmee een belangrijke schakel in het verdere onderzoek naar therapieontwikkeling voor ADGRV1-gerelateerde RP.
Met deze vissen als diermodel, zal Merel het komend jaar ook de effectiviteit van de ADGRV1-minigen therapie gaan testen.

De officiële titel van het paper luidt  ‘Generation and Characterization of a Zebrafish Model for ADGRV1-Associated Retinal Dysfunction Using CRISPR/Cas9 Genome Editing Technology’ –  gepubliceerd in een Special Issue van Cells ‘CRISPR-Based Genome Editing in Translational Research’.

 

LEES PAPER

Lees ook:

 

Twee kanten van het verhaal

READ ARTICLE IN ENGLISH

Wanneer je wereld donker wordt

Joyce de Ruiter was zestien jaar oud toen haar ouders haar moesten vertellen dat ze gediagnosticeerd was met het Ushersyndroom: een erfelijke aandoening die het gehoor en vooral het zicht gedurende het leven verslechtert, vaak resulterend in doofheid en blindheid. “Eindelijk kregen de puzzelstukjes van gehoorverlies en nachtblindheid een naam, maar tegelijkertijd wankelt je hele toekomstperspectief.” Joyce vertelt ons over de impact die deze diagnose had op haar leven en hoe het geleidelijk veranderde in iets waar ze nu kracht en moed uit put.

Joyce en haar broer hadden vanaf de geboorte gehoorproblemen en begonnen rond de puberteit de eerste symptomen van nachtblindheid te ervaren, wat vreemd was, omdat het niet in de familie voorkwam. Een diagnose ontbrak totdat het zicht van haar toen 18-jarige broer verder verslechterde en een oogarts het Ushersyndroom vaststelde. Joyce kreeg dezelfde aandoening gediagnosticeerd toen ze slechts zestien jaar oud was, wat haar leven en toekomstplannen radicaal veranderde. “Ik wilde studeren, werken, trouwen en een gezin stichten. Zou dat nog mogelijk zijn? Toen ik de studie Visuele Marketing ontdekte, begon het vuur opnieuw te branden, ook al klonk de naam van de studie niet erg nuttig als je een visuele beperking hebt. Maar ik bleef altijd keuzes maken die me gelukkig maakten en ik ben ervan overtuigd dat dit me in staat stelt om de dingen te doen die ik wil doen – ondanks alle beperkingen.”

Niet langer haastig door het leven
Joyce heeft gewerkt op het gebied van HR, Communicatie en Evenementen. “Ik overschreed mijn eigen grenzen te lang, omdat ik het gevoel had dat ik een heel leven in de helft moest proppen. Na mijn derde burn-out op 30-jarige leeftijd werd ik arbeidsongeschikt verklaard, ook omdat mijn zicht bleef verslechteren. Het was weer zo’n moment: wat kan ik nog doen, wat wil ik? Mijn ogen en oren werkten niet meer zo goed, maar er was niets mis met mijn hersenen.”

INVESTEREN IN EEN MOGELIJKE BEHANDELING IS GOEDKOPER DAN LEVEN MET BEPERKINGEN

Ze besluit haar persoonlijke verhaal te delen in de krant, op de radio en op televisie als ambassadeur van de Stichting Ushersyndroom, om het belang van wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van behandelingen te benadrukken. Zo kwam het sprekersberoep op haar pad en ze werkt al 6 jaar hard aan haar bedrijf, met succes: “Als zelfstandig ondernemer spreek ik nu op conferenties en evenementen over verandering en wendbaarheid. Usher confronteert je voortdurend met problemen en veranderingen waar je mee moet leren omgaan. Ik koppel mijn persoonlijke verhaal aan inzichten in de psychologie over het ontwikkelen van een wendbare mindset. Daarmee probeer ik van waarde te zijn voor andere mensen. Ik denk dat dat het meest betekenisvolle is dat je kunt doen in een menselijk leven.”

Tunnelvisie, letterlijk
Joyce is nu 38 jaar oud. Haar gehoorverlies is 70 decibel, maar met geavanceerde hoortoestellen kan ze nog redelijk functioneren. Haar zicht is echter sterk verminderd. “Vorig jaar had ik nog 18 graden zicht, wat minder is dan een toiletrol waar ik doorheen kan kijken. Mijn oriëntatie op straat wordt steeds moeilijker, ik kan al jaren niet meer fietsen en ik voel me onveilig in drukke omgevingen; allemaal vanwege mijn verminderde zicht. Daarom is wetenschappelijk onderzoek zo belangrijk. Investeren in een mogelijke behandeling is uiteindelijk goedkoper dan leven met de beperkingen. Het zou fantastisch zijn als er een behandeling gevonden kan worden die de achteruitgang stopt en dat kinderen helemaal geen gehoor- of zichtbeperkingen hoeven te ervaren. Natuurlijk hopen we dat alle patiënten met het Ushersyndroom herstellen. Daarom zetten de vrijwilligers van Stichting Ushersyndroom zich met hart en ziel in om onderzoek naar een behandeling zoals die aan het Radboud Universitair Medisch Centrum mogelijk te maken.”

Licht brengen in het duister

Van het ontdekken van het gen tot, hopelijk, de ontwikkeling van een therapie die patiënten een positief vooruitzicht biedt. Erwin Van Wijk is van begin tot eind betrokken geweest bij het onderzoek naar het Ushersyndroom, wat vrij uniek is in dit vakgebied en laat zien hoe snel de ontwikkelingen elkaar opvolgen. “Bij de meest ernstige vorm van Usher worden kinderen doof geboren en beginnen ze langzaam hun zicht te verliezen voor de puberteit. We hebben een genetisch patch ontwikkeld dat mogelijk de schade aan het zicht kan beperken, onze gegevens en de resultaten van de tests zien er positief uit.”

“De gehoorproblemen bij Usher zijn niet gemakkelijk te behandelen omdat de onderliggende oorzaak al tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder is ontstaan”, zegt Erwin. “Met mijn onderzoeksgroep heb ik me voornamelijk gericht op de visuele problemen. Deze ontstaan tijdens het leven, dus er zijn meer mogelijkheden om er iets aan te doen in een vroeg stadium. Het doel van het onderzoek was dan ook om de verslechtering van het zicht te vertragen of zelfs te voorkomen. Allereerst moeten we weten welke genetische defecten leiden tot problemen. Mutaties in het USH2A-gen komen het meest voor, dus we hebben dat gen als primair uitgangspunt genomen voor de ontwikkeling van een therapie.”

Het herstellen van de functie van lichtgevoelige cellen
Ushersyndroom ontstaat door een genetische mutatie die het verlies of disfunctioneren van het bijbehorende eiwit usherin veroorzaakt. Langzaam maar zeker sterven de lichtgevoelige cellen in het oog daardoor af, en mensen krijgen een verminderd zicht of op een later moment zelfs volledige blindheid. De vraag is: hoe kan dit ziekteproces worden gestopt? Erwin: “Het vervangen van het gemuteerde gen was technisch bijna onmogelijk omdat het USH2A-gen extreem groot is. In plaats daarvan hebben we het gebied van het gen met de mutatie afgeplakt met een genetisch pleister. Als gevolg hiervan wordt een iets korter eiwit geproduceerd, zonder de mutatie. Door zorgvuldig de gebied te selecteren die kunnen worden overgeslagen, zou het resulterende ‘verkorte eiwit’ bijna net zo goed kunnen werken als het oorspronkelijke eiwit. In principe zou dit dan het probleem oplossen. In cellen zagen we dat de genetische pleister inderdaad het gebied van de erfelijke fout maskeerde. Vervolgens moesten we aantonen dat het verkorte eiwit ook functioneel is in het oog.”

Zebravis als onderdeel van de oplossing
Erwin stuitte op een onverwacht dier om te bepalen of de genetische pleuster de visuele functie kon behouden. “Zebravissen hebben toevallig een USH2A-gen en een eiwit dat zeer vergelijkbaar is met die van mensen. Als er een mutatie wordt geïntroduceerd in dit gen, wordt de visuele functie van de zebravis ook aanzienlijk verminderd. Ze zijn een uitstekend model om USH2A-gerelateerde visuele disfunctie te bestuderen en het effect van een therapeutische behandeling te bepalen. Inderdaad, de visuele functie van USH2A-mutante zebravis behandeld met de genetische pleister verbeterde aanzienlijk.”

RESULTATEN UIT EEN KLINISCHE STUDIE BIJ PATIËNTEN ZIJN ZEER VEELBELOVEND

Hierna konden de eerste voorzichtige stappen worden genomen om de resultaten te vertalen naar behandeling bij mensen. De eerste testen bij Usher-patiënten met een mutatie in het specifieke gebied van het USH2A-gen lieten veelbelovende resultaten zien, wat leidde tot het ontwerp van een grootschalige multicentrische vervolgstudie waarin de resultaten van het eerste klinische onderzoek hopelijk worden bevestigd in een grote groep patiënten. Als de resultaten standhouden, kan er een verzoek tot marktintroductie worden ingediend bij de Amerikaanse FDA en de Europese EMA.”

Bron: PULSE Magazine #1 2022 (vertaald)

Lees ook”
Licht aan het einde van de tunnel
Slaapprobleem Usher patiënt lijkt wezenlijk onderdeel van de ziekte

Licht aan het einde van de tunnel?

Niets meer kunnen horen en dus niet meer kunnen genieten van muziek en moeite hebben met het voeren van gesprekken of niet meer kunnen zien? Het antwoord op deze onmogelijke vraag is waarschijnlijk niet te geven. Mensen met het Ushersyndroom hoeven hem niet te beantwoorden; zij worden doof en blind.

Het Ushersyndroom is een zeldzame, erfelijke aandoening die bij ongeveer één op de 20.000 mensen voorkomt. Het is een zogenaamde recessief overervende aandoening. Dat betekent dat beide ouders drager zijn van een bepaald gendefect zonder dat ze daarvan last hebben. In de meeste gevallen hebben de ouders geen weet van het feit dat ze drager zijn van dit gendefect. In ongeveer 25 procent van hun kinderen komt het gendefect, afkomstig van zowel vader als moeder, bij elkaar en resulteert dat in aangeboren slechthorendheid.

Kokervisus
De eerste problemen met het zicht openbaren zich pas vanaf de puberteit. In eerste instantie wordt het steeds moeilijker om in schemerige ruimtes zaken van elkaar te onderscheiden (nachtblindheid). Vervolgens neemt het zicht vanaf de randen van het gezichtsveld langzaam af. Het lijkt alsof je de wereld door een wc-rolletje ziet. Dit wordt kokervisus genoemd. Na verloop van tijd wordt de diameter van de koker steeds kleiner, totdat voor veel mensen met Usher syndroom het licht rond hun zestigste levensjaar definitief uitgaat.

Tegenwoordig wordt de diagnose Usher syndroom vaak al op jonge leeftijd gesteld. Pasgeboren kinderen ondergaan in Nederland de zogenaamde neonatale gehoortest. Kinderen waarvan later wordt vastgesteld dat ze Usher syndroom hebben, slagen niet voor deze test. Daarna vindt meestal genetisch onderzoek plaats om een eventuele onderliggende erfelijke oorzaak vast te stellen of uit te sluiten. De uiteindelijke uitslag die door de klinisch geneticus en behandelend arts aan de ouders wordt medegedeeld, komt aan als een mokerslag. De oorzaak van het gehoorverlies is gevonden en kan gedeeltelijk gecompenseerd worden met gehoorapparaatjes of cochleaire implantaten. Daarnaast zal er zich dus vanaf de puberteit een progressief verlies van zicht openbaren, waarvoor er tot op dit moment geen behandeling beschikbaar is.

Onderzoek
Hearing & Genes, binnen de afdeling KNO van het Radboudumc, is het landelijk erkende expertisecentrum voor erfelijke gehooraandoeningen, inclusief Usher syndroom. Sinds jaren wordt er binnen de afdeling onderzoek uitgevoerd om het Usher syndroom beter te leren begrijpen. Vragen zoals ‘Waardoor wordt het Usher syndroom veroorzaakt?’, ‘Wat gaat er precies mis in het oog en het oor?’ en (Hoe verloopt het ziekteproces?’ worden onderzocht. Sinds enkele jaren is daar een belangrijke vraag bijgekomen: hae kunnen we de achteruitgang van het zicht remmen of misschien zelfs wel stoppen?

In 2004 werd het belangrijkste gen dat betrokken is bij het ontstaan van het Usher syndroom door Erwin van Wijk geïdentificeerd: het USH2A gen. Pathogene varianten in dit gen, ook wel mutaties genoemd1 zorgen ervoor dat het eiwit – dat gecodeerd wordt door dit gen – niet meer gemaakt wordt of niet meer functioneel is. Ongeveer 50 procent van alle Usher-patiënten op de wereld kunnen verklaard worden door mutaties in dit USH2A gen. Na het verkrijgen van een Veni-subsidie van ZonMW (NWO) is Erwin in 2012 gestart met de ontwikkeling van een innovatieve methode om de achteruitgang van het zicht te remmen. De onderzoeksgroep werd uitgebreid met promovendi1 postdocs en een research analist. Momenteel wordt er in het laboratorium met acht personen gewerkt aan de ontwikkeling van een genetische therapie. Daarnaast wordt er in nauwe samenwerking met de afdeling Oogheelkunde een natuurlijk beloopstudie uitgevoerd, waarin het gehoor en zicht van een groep Usher-patiënten gedurende een periode van vijf jaar nauwkeurig in kaart wordt gebracht.

Genetische pleisters
Om een dergelijke therapie te kunnen ontwikkelen, zijn twee zaken essentieel. Je hebt een goede, haalbare therapeutische strategie nodig en een cel- of diermodel om de werkzaamheid van deze strategie uiteindelijk in te testen. De aanpak die gekozen werd, wordt ‘exon­ skipping’ genoemd. Hiervoor worden antisense oligonuc/eotiden gebruikt, in de volksmond ook wel ‘genetische pleisters’ genoemd. Genen zijn opgebouwd uit stukken informatie die vertaald worden in eiwit (de exonen) en stukken die niet vertaald worden in eiwit (de intronen).

Verreweg de meeste mutaties zijn te vinden in exonen. Door specifiek het exon waarin een erfelijke fout zit af te plakken met een ‘genetische pleister, 1 zal dit exon niet meer vertaald worden in eiwit. Daarmee komt dus ook de erfelijke fout niet meer in het eiwit terecht. Het gevolg is dat het USH2A eiwit een stukje kleiner wordt, maar hopelijk voldoende functionaliteit bezit om het oog goed te laten blijven functioneren.

Zebravissen
Voor de eerste groep van USH2A-patiënten zijn inmiddels ‘genetische pleisters’ ontwikkeld. Sanne Broekman, research analist in het Van Wijk lab, heeft zich gespecialiseerd in het meten van de oogfunctie van zebravislarven met behulp van elektrofysiologie. Zebravissen blijken namelijk zeer geschikt om de werkzaamheid van een genetische therapie voor het Usher syndroom in te testen. Om zich deze uitermate specialistische kennis eigen te maken, heeft Sanne drie maanden gewerkt binnen de onderzoeksgroep van de absolute specialist op dit gebied: professor Stephan Neuhauss (Universiteit van Zürich). Sanne toonde met haar metingen aan dat het USH2A eiwit na behandeling met de genetische pleisters weer gevormd werd in de ogen van zebravissen waarin het USH2A gen was uitgeschakeld. Daarnaast kon ze laten zien dat het gevormde eiwit ook nog eens functioneel was.

Sprankje licht
Inmiddels is deze kennis in samenwerking met het Leidse biotech bedrijf ProQR Therapeutics vertaald naar een experimentele behandeling voor patiënten. De genetische pleister werd QR-421a genoemd, later omgedoopt tot U/tevursen. In maart 2019 zijn de eerste patiënten behandeld, waarna in april 2021 de tussentijdse resultaten werden gepresenteerd: het middel bleek veilig en daarnaast ook nog eens effectief. Momenteel wordt gezocht naar investeerders om de laatste fase van klinische testen uit te kunnen voeren waarmee de effectiviteit van het middel vastgesteld moet worden binnen een grote groep patiënten. Indien de positieve resultaten overeind blijven, zal de procedure voor de goedkeuring van het medicijn door de EMA en FDA opgestart kunnen worden. Na jaren van onderzoek gloort er nu dus eindelijk een sprankje licht aan het einde van de tunnel voor Usher-patiënten!

ANALYSEVISIE I NR 6 1 DECEMBER 2022
TEKST ERWIN VAN WIJK EN SANNE BROEKMAN HEARING& GEN ES, KNO, RADBOUDUMC NIJMEGEN

Lees ook:
Twee kanten van het verhaal

Mutatie veroorzaakt wel – niet – wel blindheid

Slaapprobleem Usher patiënt lijkt wezenlijk onderdeel van de ziekte

READ ARTICLE IN ENGLISH

Beperking zicht is niet de motor van vermoeidheid en slaapproblemen

Altijd werd gedacht dat slaap- en vermoeidheidsproblemen bij patiënten met het Ushersyndroom het gevolg zijn van verhoogde inspanningen ter compensatie van hun dubbele sensorische beperking: een beperkt gezichtsvermogen in combinatie met gehoorverlies. Onderzoekers van het Radboudumc laten in Ophthalmology Science zien dat dit idee niet klopt. Naast ernstige problemen met het gehoor en zicht, lijken slaapproblemen óók een wezenlijk kenmerk van de ziekte.

Patiënten met het Ushersyndroom hebben vaak grote problemen met zien en horen. Ze worden doof of slechthorend geboren en verliezen daarna vanaf jonge leeftijd ook nog langzaam het gezichtsvermogen. De grote individuele verschillen in de ernst van de ziekte hangen nauw samen met de aard van de genetische mutatie en het type Usher syndroom, waarvan er inmiddels vier bekend zijn. Hoe groot de verschillen in ernst van de ziekte ook zijn, het gaat altijd om problemen met zien en horen. Dat zijn de centrale kenmerken van de ziekte. “We horen van patiënten met enige regelmaat ook wel andere klachten, waaronder evenwichtsstoornissen, maar die zijn aangemerkt als onderdeel van de ziekte”, zegt onderzoeker Erwin van Wijk. “Daarnaast wordt in de spreekkamer met enige regelmaat melding gemaakt van slaapproblemen en overmatige vermoeidheid. De vermoeidheid wordt steevast afgedaan als gevolg van de dubbel zintuigelijke beperking waar patiënten mee te maken hebben. En er wordt verondersteld dat de slaapproblemen die patiënten vaak melden, het gevolg zijn van de beperkte lichtperceptie. Want wie slecht of helemaal niet meer ziet, raakt het visuele dag- en nachtritme kwijt, met consequenties voor de slaap.”

Slechter slapen
Onderzoekers van het Radboudumc hebben veel contact met patiënten, ook via Stichting Ushersyndroom. “Op een gegeven moment viel op dat wel erg veel patiënten last hadden van slaapproblemen en vermoeidheid,” zegt Van Wijk. “Dat intrigeerde ons. Was er misschien toch iets anders aan de hand dan we altijd dachten? Onder begeleiding van Erik de Vrieze, Juriaan Metz, Rob Collin en mijzelf is promovendus Jessie Hendricks dat gaan uitzoeken. Met maar liefst vijf verschillende gevalideerde vragenlijsten bracht ze de problematiek van 56 Usher syndroom type 2A (USH2A) patiënten in kaart en vergeleek hen met 120 gezonde controles.”

Daaruit bleek dat USH2A patiënten inderdaad vaker slecht sliepen dan mensen in de controlegroep. Ze hadden vaker een sterk verminderde slaapkwaliteit en waren overdag vaker slaperig en meer vermoeid. Maar het meest opvallende was, dat de slaapproblemen níet samenhingen met de ernst van de visuele beperking. Van Wijk: “Dat komt overeen met wat patiënten wel vaker benoemen, maar waar eigenlijk niemand ooit op deze manier goed naar had gekeken.”

Wezenlijk kenmerk van Usher
Op het eerste gezicht lijkt het misschien maar een gradueel verschil, maar de bevinding is veel belangrijker. Van Wijk: “Eigenlijk betekent het dat de alom aanwezige slaapproblemen bij USH2A niet primair voortkomen uit een beperkt zicht, maar dat ze ook al bestaan bij patiënten die nog prima zien. Het lijkt er dus op dat we de slaapproblemen moeten zien als een wezenlijk extra kenmerk van Usher syndroom, en niet als een gevolg van het slechte of verslechterende zicht.”

Deze aanwijzing, gebaseerd op vragenlijsten, moet natuurlijk verder worden onderbouwd. Dat kan bijvoorbeeld door onderzoek in een bestaand zebravis model voor Usher syndroom. Ook zebravissen hebben een duidelijk slaappatroon. Is dat ook bij hen ook verstoord? En zijn er aanwijzingen in de hersenen te vinden dat Usher-genen op de een of andere manier betrokken zijn bij het reguleren van de slaapprocessen? Dergelijk vervolgonderzoek staat inmiddels in de steigers.

Betere kwaliteit van leven
Van Wijk wijst nog op een ander aspect van het onderzoek. Als slaapproblemen inderdaad een onderdeel van de ziekte blijken te zijn, kan gezocht worden naar een manier om die problemen aan te pakken. “Op dit moment is de slaapproblematiek niet opgenomen in het zorgpad voor Usher syndroom patiënten, omdat het geen officieel kenmerk is van de aandoening. Het gevolg is dat het benodigde onderzoek in een slaapkliniek vaak niet wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Mogelijk verandert dit als gevolg van het in Ophthalmology Science gepubliceerde onderzoek en vervolgonderzoek dat op stapel staat. Behandeling van de slaapproblemen kan de kwaliteit van leven van patiënten met Ushersyndroom absoluut verbeteren.”

——————-

Publicatie in Ophthalmology Science: Evaluation of sleep quality and fatigue in patients with Usher syndrome type 2a – Jessie M. Hendricks, MSc, Juriaan R. Metz, Hedwig M. Velde, Jack Weeda, Franca Hartgers, Suzanne Yzer, Carel B. Hoyng, Ronald J.E. Pennings, Rob W.J. Collin, H. Myrthe Boss, Erik de Vrieze, Erwin van Wijk

Mutatie veroorzaakt wel – niet – wel blindheid

READ ARTICLE IN ENGLISH

Janine Reurink beslist langdurige controverse met grote gevolgen voor de zorg

Aanvankelijk was duidelijk dat een specifieke mutatie in het USH2A gen de oogziekte retinitis pigmentosa veroorzaakte. Spaans onderzoek ondermijnde die duidelijkheid en liet patiënten in onzekerheid achter. Totdat promovenda Janine Reurink met nieuw onderzoek overduidelijk aantoonde dat de oorzaak wel degelijk in dat USH2A gen is te vinden. Een schoolvoorbeeld van science in action.

We kennen tien verschillende genen die het Usher syndroom kunnen veroorzaken als ze een mutatie (foutje) bevatten. Mutaties in deze genen leiden bij patiënten met Usher syndroom uiteindelijk tot doof- en blindheid. Mutaties in Usher genen ‘bemoeien’ zich soms ook met andere aandoeningen. Zo veroorzaakt een specifieke mutatie in het Usher2A gen (USH2A) de oogziekte retinitis pigmentosa (RP) als deze geërfd wordt van zowel vader als moeder. Deze mutatie zorgt ervoor dat op één plekje in het USH2A eiwit het aminozuur cysteïne verandert in fenylalanine, een ander aminozuur. Dat was eind vorige eeuw genetisch en klinisch allemaal prima uitgezocht. Had je zo’n specifieke dubbele mutatie in het USH2A gen? Dan had je geen Usher syndroom maar RP en beperkten de klinische problemen zich tot blindheid.

Smeulende controverse
Totdat er ineens een publicatie verscheen over een Spaanse familie met RP. De onderzoekers schreven dat ze twee personen hadden gevonden die precies die specifieke USH2A mutaties hadden. Maar ze hadden geen enkel probleem met het gezichtsvermogen, wat toch een wezenlijk kenmerk is van RP! Erwin van Wijk, die in het Radboudumc al meer dan tien jaar onderzoek doet naar het Usher syndroom: “Dat leidde tot veel consternatie bij onderzoekers én patiënten. Want feitelijk betekende deze bevinding, dat die specifieke mutatie níet de oorzaak van RP kan zijn. Iedereen die eerder deze diagnose had gekregen, was kennelijk verkeerd gediagnostiseerd. De oorzaak moest dus ergens anders in de genen worden gezocht.”

De publicatie zorgt er voor dat veel klinisch-genetische centra ter wereld de diagnose RP op basis van die USH2A mutatie niet meer stellen en deze patiënten eigenlijk allemaal opnieuw gescreend moeten worden. Dat geldt ook voor Nijmegen. Maar ondertussen blijft de twijfel knagen. Was het onderzoek in die Spaanse familie wel volledig en betrouwbaar genoeg? – hun resultaten zijn daarna nooit meer in een ander onderzoek bevestigd. Verzoeken van andere onderzoeksgroepen om het DNA van die families te checken worden niet ingewilligd. Zo ontstaat een smeulende controverse over de waarde van het Spaanse onderzoek.

Geen alternatieven gevonden
De afgelopen jaren ontwikkelden Van Wijk en collega’s een kansrijke therapie voor een aantal mutaties in Usher-genen. De therapie is gebaseerd op een techniek waarbij een stukje van het RNA wordt ‘afgeplakt’. Daardoor wordt de mutatie niet afgelezen en ontstaat een eiwit dat weer voldoende functioneert. Deze therapeutische ‘genetische pleisters’ zijn ook te gebruiken voor de specifieke USH2A mutatie, maar daarvan wordt nou juist het oorzakelijk verband met de oogziekte in twijfel getrokken. En zolang onduidelijk is of die mutatie nou wel of niet RP veroorzaakt, gaat geen enkele zorgverzekeraar ooit zo’n therapie vergoeden. Er moet dus een sluitend antwoord komen. Dat bewijs was precies wat Janine Reurink als onderdeel van haar promotie onderzoek wilde gaan leveren. Reurink: “Op de eerste plaats zijn we bij diverse patiënten met de USH2A mutatie gaan kijken of er een andere verklaring is te vinden voor de aandoening. Daarvoor hebben we hun hele genoom in kaart gebracht en dat aan alle kanten tegen het licht gehouden. Het resultaat? We hebben geen enkele alternatieve verklaring gevonden. De USH2A mutatie blijft op basis van ons onderzoek de best mogelijke verklaring.”

Glashelder bewijs
In Nijmegen wordt veel Usher-onderzoek gedaan in de zebravis. Die is ditmaal ook gebruikt voor extra onderzoek, op zoek naar zoveel mogelijk bewijs. Reurink: “Met behulp van het CRISPR/Cas9 systeem, een moleculair schaartje waarmee stukjes DNA heel nauwkeurig zijn weg te knippen en te vervangen, hebben we een zebravis gemaakt met precies dezelfde mutatie als in de mens. Analyse van netvliescellen in het oog van deze vissen liet zien dat de bijbehorende eiwitten dan niet of nauwelijks meer worden aangemaakt. De normale productie is door de mutatie echt heel grondig verstoord. Sterker nog: daardoor komen ook andere eiwitten die een rol spelen bij het zien niet meer op de juiste plaatsen terecht. We hebben ook een ERG gemaakt, een soort hersenfilmpje voor het oog. Daarmee konden we glashelder aantonen dat het zicht bij zebravissen met deze mutatie echt is aangetast. Kortom, uitgebreid genetisch bio-moleculair en functioneel onderzoek laat duidelijk zien dat de USH2A mutatie wel degelijk de onderliggende oorzaak is van deze vorm van retinitis pigmentosa. Als je de wetenschappelijke speurtocht ziet als een detective, dan hebben we nu echt de dader opgespoord.”

Eindelijk weer duidelijkheid
Het onderzoek van Reurink en collega’s is gepubliceerd in NPJ Genomic Medicine. Voor de mensen met RP met een USH2A mutatie betekent het, dat eindelijk weer duidelijk is dat dit de oorzakelijke, ziekmakende mutatie is. Verder zoeken naar een (onbestaande) oorzaak is niet meer nodig. Inmiddels hebben de klinisch-genetische laboratoria in het Radboudumc de diagnostiek daarop aangepast. Iets wat waarschijnlijk veel meer laboratoria in binnen- en buitenland gaan doen. Bovendien komen patiënten nu ook weer in aanmerking voor een therapie als die beschikbaar mocht komen. Promotie onderzoek met impact on healthcare. —

Bron: Radboudumc
Promotie Janine Reurink – USH2A-associated disease. Genetics, pathogenesis and treatment
Donderdag 6 april 2023 om 12.30 uur.

Onderzoek naar beste aanpak voor USH1B 

READ ARTICLE IN ENGLISH

Stichting Ushersyndroom kondigt met trots aan dat het een onderzoek zal financieren, waarbij met behulp van onder andere patiënt specifieke cel-modellen en een groot diermodel, de beste aanpak voor USH1B (gen)therapie getest zal worden. Daarmee kan een (gen)therapie voor USH1B naar de preklinische fase gebracht worden. Dr. Kerstin Nagel-Wolfrum werkzaam aan de Johannes Gutenberg-Universität in Mainz zal dit project leiden. 

Bij het type 1 van Ushersyndroom (USH1) worden kinderen doof geboren en is er geen functioneel evenwichtsorgaan (het vestibulair systeem). De eerste tekenen van het zichtverlies, zoals nachtblindheid en een kleiner wordend gezichtsveld, treden later in de kindertijd op. USH1 wordt meestal veroorzaakt door mutaties in het MYO7A-gen (USH1B). Ongeveer 14 % van alle mensen met Ushersyndroom heeft type 1B. 

Het MYO7A-gen is een erg groot gen en het Myosine eiwit wordt ook wel een motor-eiwit genoemd. Het heeft ‘een kop-en-een-staart’ en zal daarom als één geheel vervangen of bewerkt moeten worden wanneer gentherapie ontwikkeld wordt. 

Nieuwe benaderingen
Vanwege de grote omvang van het MYO7A-gen is klassieke gentherapie met een AAV-vector niet mogelijk. Maar nieuwe benaderingen, waaronder dubbele en drievoudige AAV-vectoren, mini-genen, prime-editing, translationeel doorlezen en exon-skipping, zijn veelbelovende nieuwe alternatieve therapeutische strategieën. Lees meer hierover op het Kennisportaal.

Van huidbiopt naar mini netvlies
Met behulp van een huidbiopt van een USH1B-patient (fibroblast), kan Dr. Nagel-Wolfrum deze moleculaire cellen door-ontwikkelen naar een retinale pigmentephitheel (RPE) en een retinale organoid (RO). Het retinaal pigmentepitheel zit tussen het netvlies en vaatvlies in en zorgt voor het opruimen van de afvalstoffen van de staafjes en kegeltjes in het netvlies. De retinale organoids worden ook wel de mini netvliezen genoemd. 

De mogelijkheid om netvliesaandoeningen door middel van fibroblasten te modelleren naar mini netvliezen, heeft gezorgd voor ongekende mogelijkheden in het onderzoeksveld.

Dr. Kerstin-Nagel-Wolfrum

Inzichten verkrijgen en testen van therapieën
Dr. Kerstin Nagel-Wolfrum wil met behulp van de ‘mini netvliezen’ meer inzicht verwerven in het mechanisme waardoor het netvlies beschadigd raakt en zichtverlies optreedt. Daarnaast wil zij op deze retinale organoids (mini netvliezen) verschillende therapieën testen op hun effectiviteit en werking. Daarbij zal Dr. Nagel-Wolfrum ook de mini genen testen met behulp van een  AAV-vector gebaseerde gentherapie. 

Door naar de preklinische fase
Een groot diermodel, eenUSH1B-varken, is al ontwikkeld en klaar voor het testen van mogelijke therapieën. Dr. Nagel-Wolfrum zal de meest effectieve therapie uit het vooronderzoek met de retinale organoids (mini netvliezen) inzetten bij het onderzoek met het varkensmodel. Dit onderzoek wordt een preklinische fase genoemd. Indien de uitkomsten van deze preklinische fase positief zijn, kan dit veelbelovend zijn voor een mogelijke therapie voor patiënten.

 

Met dit project werkt Dr. Kerstin Nagel-Wolfrum nauw samen met:

  • U. Wolfrum (Instituut voor Moleculaire Fysiologie, JGU Mainz, Duitsland): USH1B-varkensmodel
  • S. Gerber (Universitair Medisch Centrum Mainz, Instituut voor Menselijke Genetica, Duitsland): Bioinformatica
  • M. Cheetham (UCL, Londen, Verenigd Koninkrijk): generatie iPSC-RPE en iPSC-RO
  • V. Kalatzis (Instituut voor neurowetenschappen Montpellier, Frankrijk): iPSC-RPE en iPSC-RO generatie
  • J. Gopalakrishnan (Heinrich-Heine Universiteit Düsseldorf, Duitsland): hersenorganoïden

Dit project zal een jaar duren en is begroot op € 100.000, -.
Stichting Ushersyndroom hoopt dat dit onderzoek zal bijdragen aan de ontwikkeling van 1 of meerdere effectieve behandelingen voor mensen met Ushersyndroom type 1B.

Bekijk hier de PowerPoint presentatie van Dr. Kerstin Nagel-Wolfrum

Het onderzoek ‘Ontwikkeling van exon-excisietherapie’

READ ARTICLE IN ENGLISH

In dit onderzoek is het streven om met behulp van de CRISPR/Cas9-gen editing techniek, specifieke exonen waarin bij patiënten erfelijke mutaties voorkomen permanent uit het DNA van de fotoreceptoren in het netvlies en/of de haarcellen van het binnenoor te verwijderen. Het doel van deze strategie is, om met een eenmalige behandeling, de achteruitgang van het zicht (en op termijn hopelijke ook van het gehoor) te stoppen bij grotere groepen patiënten die mutaties hebben in deze exonen van het USH2A-gen.

Dr Erwin van Wijk en dr Erik de Vrieze (beide werkzaam in Radboudumc) gaan de werkzaamheid van deze nieuwe strategie voor de behandeling van Ushersyndroom onderzoeken. De onderzoeksgroep van deze wetenschappers werkt samen met Vasiliki Kalatzis van Universiteit van Montpellier in Frankrijk.

Ontwikkeling van exon-excisietherapie
Exon-excisie is een nieuwe behandelstrategie om genen te modificeren die coderen voor grote structurele eiwitten die opgebouwd zijn uit ketens van zich herhalende eiwitdomeinen. Deze eiwitdomeinen zijn de functionele onderdelen binnen een eiwit. Het idee is dat een eiwit een of meerdere van deze domeinen kan missen zonder zijn functie te verliezen. Het vergelijk kan gemaakt worden met een ketting. Een groot aantal afzonderlijke schakels die er individueel hetzelfde uitzien, vormen samen een ketting. Als je hier een paar schakels uithaalt, dan wordt de ketting weliswaar iets kleiner, maar zal hij nog altijd functioneel zijn.
Ten minste vier van de bekende Ushersyndroom-geassocieerde eiwitten, te weten: usherin (USH2a), ADGRV1 (USH2c), cadherin23 (USH1d) en protocadherin15 (USH1f), zijn opgebouwd uit een keten van herhalende “schakels” ofwel eiwitdomeinen. Met behulp van de moleculaire schaar “CRISPR/Cas9” zullen de genetische regio’s binnen het USH2A gen die coderen voor zo’n herhalend eiwitdomein en waarin tevens erfelijke fouten voorkomen bij patiënten, permanent verwijderd worden uit het DNA van fotoreceptoren. Hierdoor wordt het USH2A eiwit een of meerdere “schakels” korter en zal onderzocht worden of het dan nog altijd functioneel blijft. Mutaties in de USH2a, -2c, -1d en -1f-geassocieerde genen verklaren samen de onderliggende oorzaak in maar liefst 75% van alle Ushersyndroom patiënten! Dit benadrukt het potentieel van deze therapeutische strategie.

Jorden Leuverman: “Het is helemaal geweldig om te weten dat het interview ook nog eens heeft geleid tot zoiets veel groter dan mijn sponsoractie alleen”

Persoonlijke betrokkenheid
Het was een artikel in de Tubantia, waar het oog van Inge Wessels van Reggeborgh, op viel. In de krant stond een interview met Jorden Leuverman, waarin hij vertelde over zijn leven met Ushersyndroom. Inge Wessels vertelt: “Het raakte mij enorm. Jorden was al ernstig slechthorend en zou ook zijn zicht langzaam gaan verliezen”. Jorden heeft de diagnose Ushersyndroom, net als zijn opa. Hij startte een sponsoractie en haalde hiermee € 5.000,- op. Inge Wessels vervolgt: “Ik kreeg zo’n diep respect voor deze man toen ik het interview las in de krant. Uit eigen ervaring weet ik wat doof-zijn betekent in het dagelijkse leven. Je kunt dan veel informatie opvangen door te kijken naar mondbeeld en andere non-verbale communicatie. Als je door Ushersyndroom óók nog je zichtvermogen moet verliezen, lijkt mij dat verschrikkelijk”.

Kan ik jullie helpen?
Inge Wessels steunde de sponsoractie van Jorden en doneerde ook aan Stichting Ushersyndroom. “Kan ik jullie helpen met het bekostigen van een hoopvol onderzoek?’, was de vraag van Inge Wessels begin dit jaar.
Jorden: “Met mijn sponsoractie hoopte ik zoveel mogelijk geld op te halen voor Stichting Ushersyndroom. Doordat ik werd geïnterviewd door een journalist van de krant Tubantia, werd dit bedrag opeens een stuk hoger. Het is helemaal geweldig om te weten dat het interview ook nog eens heeft geleid tot zoiets veel groter dan mijn sponsoractie alleen”.

Proces van doof én blind worden stoppen
Wereldwijd leven ongeveer 400.000 mensen met deze aandoening, in Nederland ongeveer 1.000 mensen. Foutjes in een tiental verschillende genen leiden tot het ontstaan van Ushersyndroom. Deze genen coderen voor eiwitten die essentieel zijn voor het functioneren van het oog en het oor. Op dit moment bestaat er voor nog geen enkele vorm van Ushersyndroom een behandeling die het proces van doof én blind worden kan remmen, stoppen of herstellen.

Reggeborgh ondersteunt de 4-jaar durende studie ‘Ontwikkeling van exon-excisietherapie’ Wij zijn Reggeborgh enorm dankbaar voor haar donatie voor dit hoopvolle onderzoek!

v.l.n.r. Shannon Leuverman, Erik de Vrieze, Ivonne Bressers, Jorden Leuverman, Erwin van Wijk

Reggeborgh steunt Stichting Ushersyndroom en Radboudumc in onderzoek naar Syndroom van Usher

Kun jij je voorstellen dat je niet alleen doof of slechthorend bent, maar ook nachtblind en langzamerhand helemaal je gezichtsvermogen verliest? Dit gebeurt bij patiënten met het  Ushersyndroom. In Nederland zijn zo’n 1.000 patiënten die leven met dit syndroom. Het syndroom van Usher is een erfelijke ziekte waarbij kinderen in de loop van hun leven zowel doof als blind worden. Wereldwijd zijn er ongeveer 400.000 patiënten. Tot op heden is er geen behandeling voor deze aandoening.

Het Radboudumc is het expertisecentrum voor het syndroom van Usher. Dr Erwin van Wijk en dr. Erik de Vrieze willen door middel van gentherapie de ziekte proberen te behandelen. Erfelijke ziektes, zoals het Ushersyndroom, ontstaan door een fout in een of meerdere genen. Met gentherapie breng je DNA ,zonder de ziekmakende fout in de genen, in de patiënt. Daardoor kunnen klachten van een ziekte minder worden of zelfs stoppen.

Naar verwachting zal het onderzoekstraject zo’n vier jaren duren. Gedurende deze periode zal Reggeborgh het project financieel ondersteunen.

Inge Wessels van Reggeborgh vertelt: “ In een regionaal dagblad las ik over een jongeman die vertelde over zijn leven met het Ushersyndroom. Ik ben zelf doof en weet wat doof-zijn betekent in het dagelijkse leven. Als je door het Ushersyndroom ook nog je zichtvermogen verliest, lijkt mij dat verschrikkelijk. Daarom ondersteunen wij dit onderzoek en zijn erg benieuwd naar de resultaten.”

LEES MEER OVER DIT ONDERZOEK