Tranen blijken een mogelijke bron te zijn voor diagnostiek en behandeling.
PILOTSTUDIE NAAR BIOMARKERS IN TRANEN EN CELLEN WERPT NIEUW LICHT OP USHERSYNDROOM TYPE 1B
Geven tranen informatie die belangrijk kan zijn voor een verbetering van de diagnostiek en monitoring bij toekomstige behandelingen voor USH1b-patienten? Dit was de vraag die dr. Irene Vázquez Domínguez stelde toen zij in 2023 haar studie “Investigating the exosome content as a novel marker for Usher syndrome 1b” startte in het Radboudumc. De pilotstudie, gefinancierd door Stichting Ushersyndroom met cofinanciering van Usher Syndrome Ireland is onlangs afgerond en levert verrassende resultaten op.
In deze pilotstudie is onderzocht of extracellulaire vesikels (EV’s) – kleine dragers van cellulaire boodschapper-moleculen – die voorkomen in tranen en het kweekmedium van retinale pigmentepitheel (RPE)-cellen, als biomarkers kunnen dienen. Met de focus op Ushersyndroom type 1B, een aandoening veroorzaakt door mutaties in het MYO7A-gen, streefde het onderzoek ernaar om ziektemechanismen te ontrafelen en de weg vrij te maken voor mogelijke therapeutische doorbraken. Lees ook: Tranen als bron van informatie
Belangrijke inzichten
Dit onderzoek heeft belangrijke inzichten gegeven in hoe genetische foutjes in MYO7A invloed kunnen hebben op het lichaam, en hoe kleine boodschapper-moleculen in cellen en tranen een rol spelen bij Ushersyndroom. Vooral de unieke RNA-profielen in tranen en RPE-cellen bieden mogelijkheden om de ziekte beter te begrijpen en misschien in de toekomst te diagnosticeren of behandelen.
Hoewel het onderzoek al veelbelovende inzichten heeft opgeleverd, benadrukt de onderzoeker dat er grotere cohorten nodig zijn om de resultaten te valideren.
De bevindingen
- Er zijn foutjes (varianten) gevonden in het MYO7A-gen bij patiënten, en deze foutjes zitten vooral in een specifiek deel van het gen, het MyTH4-domein. Dit deel speelt een belangrijke rol in de werking van het eiwit dat door MYO7A wordt aangemaakt.
- RPE-cellen (cellen in het netvlies die fotoreceptoren ondersteunen) produceren EV’s die belangrijke boodschapper-moleculen bevatten. Deze pakketjes worden alleen aan één kant van de cel gemaakt, de kant die naar het netvlies is gericht (apicaal).
- Ondanks de foutjes in het MYO7A-gen (die kunnen leiden tot Ushersyndroom), ontwikkelen de RPE-cellen zich normaal, en de eiwitten die in de cellen gemaakt worden, zitten nog steeds op de juiste plek.
- De kleine boodschapper-moleculen in de EV’s, de small non-coding RNA’s (sncRNA’s), verschillen duidelijk tussen mensen met Ushersyndroom en gezonde mensen. Dit betekent dat deze boodschapper-moleculen een rol kunnen spelen in het ziekteproces of een aanwijzing kunnen zijn voor de diagnose.
- De kleine RNA-boodschapper-moleculen in EV’s die in tranen zitten, zijn veel gevarieerder dan de RNA’s die in EV’s zitten die door RPE-cellen in laboratoriumomstandigheden worden aangemaakt. Dit kan betekenen dat tranen een bredere bron van informatie zijn over de ziekte en mogelijk kunnen helpen bij het ontwikkelen van nieuwe diagnostische methoden.
Deze inzichten benadrukken het potentieel van sncRNA’s als zowel biomarkers als therapeutische doelen bij netvliesziekten zoals het Ushersyndroom.
Betekenis voor patiënten
Het valideren van tranen als een bron van biomarkers biedt nieuwe perspectieven voor diagnostiek en behandeling. Door moleculaire mechanismen en specifieke sncRNA’s beter te begrijpen, kunnen onderzoekers therapieën ontwikkelen die gericht zijn op het herstellen van normale functies in de retina.
Samenwerkingen en internationale impact
Het project werd uitgevoerd in het Radboudumc, waarbij dr. Irene Vázquez Domínguez medio 2024 overstapte naar een postdoctorale positie aan het Universitair Ziekenhuis Ramón en Cajal, Spanje. De studie heeft vervolgfinanciering veiliggesteld via het Marie Skłodowska-Curie ARISTOS fellowship-programma, gecoördineerd door de CIBER in Spanje. De komende drie jaar gaat het onderzoek dieper in op RNA-moleculen en EV’s bij Ushersyndroom type 1B en bij andere erfelijke netvliesaandoeningen. Deze studie kan daarom een sleutelrol spelen in zowel fundamenteel onderzoek als klinische toepassingen in diagnostiek en behandeling.
Deze internationale samenwerking versterkt de impact van het onderzoek en stelt onderzoekers in staat om een breed scala aan technieken en expertise toe te passen.
WAT ZIJN RPE-CELLEN?
RPE-cellen (Retinal Pigment Epithelial cells) zijn een essentieel type cellen in de retina (het netvlies) van het oog. Ze spelen een cruciale rol in het gezichtsvermogen door ondersteuning te bieden aan de fotoreceptoren, de lichtgevoelige cellen die verantwoordelijk zijn voor het zien.
Schade aan of dysfunctie van RPE-cellen kan leiden tot ernstige oogziekten, waaronder Retinitis pigmentosa (RP): Een genetische aandoening waarbij zowel fotoreceptoren als RPE-cellen degenereren.
RPE-cellen in onderzoek en therapie
RPE-cellen zijn een belangrijk focuspunt in onderzoek naar behandelingen voor oogziekten.
* Stamceltherapie: RPE-cellen kunnen worden gekweekt uit stamcellen en geïmplanteerd om beschadigde cellen te vervangen.
* Gentherapie: Onderzoek richt zich op het corrigeren van genetische defecten in RPE-cellen.
* Medicijnen: RPE-cellen worden bestudeerd als doelwit voor medicijnen om degeneratieve ziekten te behandelen.
RPE-cellen zijn dus klein maar cruciaal voor een gezond gezichtsvermogen en staan centraal in veel wetenschappelijke en medische ontwikkelingen.
WAT ZIJN EV’s?
Extracellulaire vesikels (EV’s) zijn kleine, membraanomgeven structuren die door cellen worden uitgescheiden. Ze spelen een belangrijke rol in celcommunicatie en het transport van moleculen.
EV’s fungeren als een soort “pakketjes” waarmee cellen signalen of moleculen naar andere cellen sturen. Ze zijn belangrijk in fysiologische processen, zoals weefselherstel, immuunreacties en het onderhouden van de gezondheid van omringende cellen.
In het geval van RPE-cellen bevatten de EV’s vaak moleculen die van cruciaal belang zijn voor de gezondheid van de fotoreceptoren en de visuele cyclus.
WAT ZIJN sncRNA’s?
Small non-coding RNA’s (sncRNA’s) zijn kleine RNA-moleculen die niet worden vertaald in eiwitten maar wel belangrijke regulerende functies vervullen in cellen.
Specifieke soorten sncRNA’s zijn aanwezig in de EV’s. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de RPE-cellen specifieke miRNA’s in EV’s opnemen en naar andere cellen (zoals fotoreceptoren) sturen, met een doelgerichte functie zoals:
-
-
-
- Bescherming van fotoreceptoren tegen degeneratie.
- Regulatie van ontstekingsreacties in de retina.
- Ondersteuning van herstel- of onderhoudsprocessen in het netvlies.
-
-
Door: Ivonne Bressers
Datum: 27-01-2025
Steun wetenschappelijk onderzoek
Dit onderzoek toont de kracht van samenwerking en innovatief wetenschappelijk onderzoek. Stichting Ushersyndroom blijft zich inzetten voor het financieren van projecten die hoop bieden aan mensen met Ushersyndroom.
Samen kunnen we bouwen aan een toekomst zonder grenzen, zonder beperkingen, zonder Ushersyndroom.