Usher en de eerste keer (18)
Prrt, prrt, prrt…. De trilschijf van mijn wekker gaat af. Het is nog maar kwart over vijf in de morgen. Ik zet de wekker af en voel mijn man uit bed glijden. Hij kleed zich om en loopt naar beneden om een ontbijtje klaar te maken voor zichzelf. Ik pak mijn mobiel en open een bericht van een vriendin. ‘Zin om vanmiddag te gaan wandelen, je mag ook begin van de middag laten weten of je kunt’. Ik antwoord met een flinke binnenpret: ‘Ja lijkt me gezellig, ik laat het je eind van de morgen wel even weten’.
Mijn handen gaan naar m’n buik en zeg ‘he kleintje, vandaag is het de dag dat ik je mag ontmoeten’! Gelijk een schopje alsof hij wil zeggen, hup ga douchen dan! Eenmaal aangekleed, via de achterdeur, sluipend met een maxicosy in de hand, gaan we naar de auto, opweg naar het ziekenhuis voor een geplande keizersnede. Met kriebels in mijn buik van gezonde spanning zeg ik tegen mijn man: ‘vandaag worden we voor de eerste keer papa en mama!’
De nachtdienst vangt ons op en laat ons alleen in de kamer. De dagdienst komt al snel en weet van mijn ushersyndroom af en vraagt, zonder betutteling, hoe ze mij kan helpen totdat haar dienst erop zit. Ik vertel haar dat ik misschien op de operatie kamer de artsen niet kan verstaan en in de nacht als het donker is en ik dan nog slechter zie. Ze stelt me gerust en vertelt dat in het dossier duidelijk mijn wensen staan. Lang hebben we niet, haar telefoon gaat. We worden verwacht op de O.K. Eenmaal daar zijn allerlei mensen met kapjes voor hun mond die ik slecht versta, maar als ze het tegen mij hebben proberen ze duidelijk te praten. Maar de woorden,’we gaan beginnen’ versta ik luid en duidelijk! Blij dat ik mijn gehoorapparaat in mocht houden. Al vrij snel gaat er een flap naar beneden en zie ik een klein kindje tevoorschijn komen. Ons kindje! Gelijk wordt hij bij mij gelegd en nadat alles weer hersteld is gaan we naar de uitslaapkamer. De kleine blijft bij me liggen, de lieve verpleegkundige vraagt of ze wat voor me kan doen..’Ja… kun je hem even vastpakken en een paar meter van me af houden want ik heb hem nog niet goed kunnen bekijken’. De verpleegkundige valt even stil, maar snapt meteen waarom ik het vraag en zegt, je kokerzicht beperkt je daarin he? Ze pakt hem vast en ik bekijk mijn zoon van top tot teen… ‘geef dat knappe ventje maar snel terug voordat je hem meeneemt’.
Na deze prachtige herinnering is er veel gebeurd, ons zoontje is geboren met een oesophagusartesie (slokdarmafsluiting). Op dat moment ben je aan het overleven en deal je elke dag met de vermoeidheid, niet horen dat er ineens een verpleegkundige naast je staat is maar 1 van de kleine hobbels die je dan te nemen hebt met het syndroom van Usher. Er zijn hierover nog genoeg blogs te schrijven… wie weet..
Dit neemt niet weg dat ik enorm dankbaar ben dat ik nog in staat ben mijn zoontje visueel te bewonderen! Ik hoop dit nog heel lang te kunnen doen.
Merianne van Oord